Voeding is van belang voor iedereen, maar er bestaan allerlei ideeën en theorieën over wat nu eigenlijk gezonde voeding is. Conventionele en alternatieve voedingsdeskundigen zijn het vaak oneens, zelfs als iets wetenschappelijk is aangetoond. Sommige mensen hebben echter overtuigingen over voeding waarvoor geen wetenschappelijke onderbouwing is. Dit artikel gaat in op een aantal van de fabels die verspreid worden door sommige mensen binnen de alternatieve voedingsleer.
1. Suiker: Acht keer zo verslavend als cocaïne?
Suiker komt van nature voor in veel voedingsmiddelen, vooral fruit en groenten. Het is echter ook zeer populair als toevoeging. Er is volop bewijs dat toevoeging van een overdaad aan suiker schadelijk is. Wetenschappers zien verbanden met obesitas, insulineresistentie, toename van buik- en levervet en ziekten zoals diabetes 2 en hartziekten (1, 2, 3, 4, 5, 6). Maar toegevoegde suiker vermijden kan best lastig zijn. Een reden daarvoor is dat fabrikanten het aan allerlei voedingsmiddelen toevoegen, waaronder hartige sauzen en fastfood. Daarnaast hebben veel mensen last van ‘cravings’, sterke verlangens naar suikerrijke voeding. Dit heeft ertoe geleid dat deskundigen denken dat suiker en de voedingsmiddelen waaraan het is toegevoegd verslavend zijn. Er is bewijs dat dit klopt voor zowel mensen als dieren. Suiker kan dezelfde hersengebieden activeren als drugs en het kan gelijksoortige symptomen in gedrag veroorzaken (7, 8). Sommigen denken zelfs dat suiker 8 maal zo verslavend is als cocaïne. Deze bewering komt uit een studie die uitwees dat ratten liever suikerwater kregen dan een injectie met cocaïne (9). Dat was een opvallend resultaat, maar het bewijst niet dat suiker voor mensen 8 maal zo verslavend is als cocaïne. Suiker kan gezondheidsproblemen veroorzaken en het is mogelijk verslavend, maar het is niet waarschijnlijk dat het verslavender is dan cocaïne.
Kortom: Suiker kan een ongezonde toevoeging zijn aan voeding en het is mogelijk verslavend. Het is echter niet waarschijnlijk dat het 8 maal zo verslavend is als cocaïne.
2. Calorieën zijn niet van belang
Sommige mensen denken dat het alleen om calorieën gaat bij pogingen om af te vallen. Anderen zeggen dat je kunt afvallen, hoeveel calorieën je ook eet, zolang je de juiste voedingsmiddelen maar eet. Zij beschouwen calorieën als irrelevant. De waarheid ligt ergens in het midden. Het eten van bepaalde voeding kan helpen om af te vallen, door onder andere:
- De stofwisseling te stimuleren, waardoor je meer calorieën verbruikt
- De eetlust te remmen, waardoor je minder calorieën nuttigt
Veel mensen vallen af zonder calorieën te tellen. Het is echter wel zo dat als je afvalt, er meer calorieën verbruikt worden dan erbij komen. Hoewel sommige etenswaren je meer kunnen helpen om gewicht te verliezen dan andere, heeft de calorieëninname wel altijd invloed op gewichtsverlies en gewichtstoename. Dit betekent echter nog niet dat je calorieën dus moet gaan tellen om af te vallen. Je voedingspatroon zodanig veranderen dat je ‘vanzelf’ afvalt kan net zo goed werken, zo niet beter.
Kortom: sommige mensen geloven dat calorieën niet uitmaken bij afvallen of aankomen. Het tellen van calorieën is echter niet nodig, maar calorieën tellen wel mee.
3. Bakken met olijfolie is geen goed idee
Extra vergine olijfolie is een van de gezondste vetten die te krijgen zijn. Het bevat enkelvoudig onverzadigde vetzuren, die goed zijn voor het hart, en krachtige antioxidanten (10, 11). Maar veel mensen denken dat het ongezond is om het te verhitten. Vetten en antioxidanten zijn gevoelig voor hitte. Als je ze verhit kunnen er schadelijke stoffen gevormd worden. Maar dit gaat vooral op voor olie met veel meervoudig onverzadigde vetzuren, zoals sojaolie en maisolie (12). Het aandeel van meervoudig onverzadigde vetzuren in olijfolie is slechts 10-11%. Dit is weinig, vergeleken met de meeste andere plantaardige oliën (13). In feite blijkt uit studies dat olijfolie een deel van de gezonde eigenschappen behoudt, zelfs bij hoge verhitting. Hoewel verhitting ervoor kan zorgen dat er antioxidanten, vitamine E en wat smaak verloren gaan, blijft het grootste deel van de voedingsstoffen van olijfolie behouden (14, 15, 16). Olijfolie is een gezonde keuze, zowel rauw als bij het koken.
Kortom: Olijfolie kan een gezonde keuze zijn om mee te koken. Studies wijzen uit dat het goed tegen verhitting kan.
4. De magnetron beschadigt je voeding en zorgt voor schadelijke straling
Voedsel verhitten in de magnetron is snel en handig, maar sommige mensen denken dat dit een prijs heeft. Ze beweren dat magnetrons schadelijke straling veroorzaken en dat er voedingsstoffen verloren kunnen gaan. Er is echter nergens gepubliceerd wetenschappelijk bewijs te vinden dat deze bewering staaft. Magnetrons gebruiken straling, maar zijn zo ontworpen dat die niet kan ontsnappen. Er zijn zelfs aanwijzingen uit onderzoek dat koken met de magnetron beter is voor het behoud van voedingsstoffen dan andere bereidingsmethoden, zoals koken, bakken of braden (17, 18, 19). Er is geen wetenschappelijk bewijs dat koken met de magnetron schadelijk is.
Kortom: Er zijn geen bewijzen uit onderzoek dat de magnetron schadelijk is. In tegendeel; volgens sommige studies blijven voedingsstoffen die bij andere bereidingswijzen verloren gaan in de magnetron behouden.
5. Bloedwaarde van cholesterol maakt niet uit
Onder voedingsdeskundigen is er vaak onenigheid over het effect van verzadigde vetten en cholesterol uit voeding. Reguliere organisaties zoals de Amerikaanse Hartstichting AHA, raden aan om de inname van verzadigd vet te beperken tot 5-6% van de calorieën, terwijl in de Amerikaanse Voedingsrichtlijnen 2015-2020 een maximum van 10% wordt aangeraden voor de algemene bevolking (20, 21). Tegelijkertijd zijn er aanwijzingen dat voeding met veel cholesterol en verzadigd vet het risico op hartziekten mogelijk niet verhoogt (22, 23, 24, 25). De Voedingsrichtlijnen uit 2015 geven niet langer het advies om de inname van cholesterol te beperken tot 300 mg per dag. Overigens is de aanbeveling nog steeds dat het voor de gezondheid het best is om zo weinig mogelijk cholesterol te eten (26). Sommige mensen hebben dit alles echter niet goed begrepen en denken dat de cholesterolniveaus in het bloed ook niet belangrijk zijn. Een hoog cholesterolgehalte in het bloed kan het risico op cardiovasculaire ziekten en andere aandoeningen verhogen; daar moet je wel op letten. Een gezonde leefstijl – met een dieet rijk aan verse groenten en fruit en weinig bewerkte voeding, vet en suiker – kan je helpen om een goed cholesterolniveau te houden.
Kortom: Cholesterol en verzadigde vetten uit voeding zijn wellicht niet schadelijk, maar de cholesterolniveaus in je bloed hebben wel invloed op je hartziekterisico.
6. Voorverpakte koffie bevat veel mycotoxines
Mycotoxines zijn gifstoffen uit schimmels (27). Ze zijn aanwezig in allerlei veelgebruikte voedingsmiddelen. Er gaat een verhaal rond dat de meeste koffie schadelijke niveaus van deze gifstoffen zou bevatten, maar dat is niet waarschijnlijk. Er zijn strikte regels omtrent de hoeveelheid mycotoxines in voeding. Als de veiligheidslimiet in een gewas wordt overschreden dan moet de producent het weggooien (28). Zowel schimmels als mycotoxines komen veel voor in het milieu. In bepaalde gebieden heeft bijna iedereen wel waarneembare hoeveelheden mycotoxines in het bloed (29). Uit studies blijkt dat je, als je 4 koppen koffie per dag drinkt, slechts 2% van de maximaal veilg geachte hoeveelheid mycotoxines binnenkrijgt; dat is dus makkelijk binnen de veilige marge (30). Het is niet nodig om koffie te vermijden vanwege mycotoxines.
Kortom: Mycotoxines zitten overal, maar de hoeveelheid in koffie valt ver binnen de veiligheidslimiet.
7. Basische (alkalische) voeding is gezond, verzurende voeding veroorzaakt ziekten
Sommige mensen volgen een basisch (of alkalisch) dieet. Zij zeggen:
- Voeding heeft óf een zuurvormend óf een basenvormend effect op het lichaam.
- Verzurende voeding verlaagt de pH van het bloed, waardoor het zuurder wordt.
- Kankercellen groeien alleen in een zure omgeving.
Deze redenering wordt echter niet ondersteund door de wetenschap (31, 32). De waarheid is dat het lichaam ongeacht het dieet zorgt voor de juiste pH-waarde. Die verandert alleen duidelijk als iemand ernstig vergiftigd is of een aandoening heeft zoals een chronische nierziekte. Bloed is vanzelf enigszins basisch en kanker kan ook in een basische omgeving groeien (33). Voorstanders van het dieet mijden vlees, zuivel en granen; dit is volgens hen verzurende voeding. ‘Basische’ voeding is voornamelijk plantaardig, zoals groenten en fruit. Het basische dieet is misschien wel gezond, maar dat komt doordat het gebaseerd is op gezonde, volwaardige voeding. Het is niet waarschijnlijk dat het uitmaakt of die voeding nu basisch of zuur is.
Kortom: Voeding kan de zuurgraad van het bloed van gezonde mensen niet veranderen. Er is geen overtuigend bewijs ter ondersteuning van het alkalische dieet.
8. Zuivel eten is slecht voor je botten
Er is ook een mythe die stelt dat zuivel osteoporose veroorzaakt. Dit is een uitbreiding van de alkalische-dieetmythe. Voorstanders beweren dat melkeiwit je bloed zuur maakt en dat je lichaam calcium uit je botten haalt om deze zuurgraad te neutraliseren. In werkelijkheid ondersteunen verschillende eigenschappen van zuivelproducten de gezondheid van de botten. Het zijn goede bronnen van calcium en fosfor, de belangrijkste bouwstenen van de botten. Ze bevatten ook vitamine K2, die kan bijdragen aan de botaanmaak (35, 36, 37). Bovendien zijn het goede bronnen van eiwitten, die bijdragen aan de botgezondheid (38, 39). Gecontroleerde, menselijke studies geven aan dat zuivelproducten de gezondheid van de botten in alle leeftijdsgroepen kunnen verbeteren door de botdichtheid te verhogen en het risico op breuken te verlagen (40, 41, 42, 43). Hoewel zuivel niet essentieel is voor de gezondheid van de botten, kan het wel zeer gunstig zijn.
Kortom: Sommige mensen beweren dat zuivelproducten de gezondheid van de botten kunnen schaden, maar de meeste studies tonen het tegenovergestelde aan.
9. Koolhydraten zijn altijd slecht
Koolhydraatarme diëten kunnen erg goed werken. Uit studies blijkt dat ze kunnen helpen om af te vallen en kunnen zorgen voor verbetering van verschillende gezondheidsmarkers, vooral voor het metabool syndroom en diabetes type 2 (43, 44, 45, 46, 47). Sommige mensen denken nu, dat als koolhydraten minderen kan helpen bij de behandeling van bepaalde gezondheidsproblemen, koolhydraten dus ook de oorzaak zijn van het probleem. Daardoor zijn veel voorstanders van koolhydraatarm eten koolhydraatrijke voeding gaan demoniseren, ook dingen die allerlei gezonde eigenschappen hebben zoals aardappels, appels en wortelen. Het klopt dat geraffineerde koolhydraten, zoals toegevoegde suikers en geraffineerde granen, kunnen bijdragen aan gewichtstoename en stofwisselingsziekten (48, 49, 50). Dit gaat echter niet op als het gaat om bronnen van volwaardige koolhydraten. Als iemand al een stofwisselingsprobleem heeft, zoals mensen met obesitas en diabetes 2, dan kan een koolhydraatarm dieet helpen. Dat betekent echter nog niet dat de koolhydraten deze gezondheidsproblemen hebben veroorzaakt. Veel mensen blijven heel gezond terwijl ze volop onbewerkte koolhydraatrijke voeding eten, zoals volkorengranen. Een koolhydraatarm dieet is een gezonde optie voor sommigen, maar het is niet voor iedereen nodig of geschikt.
Kortom: Een koolhydraatarm dieet kan sommige mensen helpen, maar dat betekent niet dat koolhydraten ongezond zijn, vooral niet de volwaardige en onbewerkte.
10. Agavesiroop is een gezond zoetmiddel
De markt voor natuurvoeding is de afgelopen jaren snel gegroeid, maar niet alle producten ervan zijn gezond. Een voorbeeld is agavesiroop. Toegevoegde suikers kunnen gezondheidsproblemen geven en een van de redenen daarvoor is dat er veel fructose in zit. De lever kan maar bepaalde hoeveelheid fructose verwerken. Als er te veel fructose binnenkomt begint de lever het om te zetten in vet (51, 52). Volgens deskundigen zou dit een belangrijke aanjager kunnen zijn van allerlei veelvoorkomende ziekten (53). Tafelsuiker bevat 50% glucose en 50% fructose, maar agavesiroop bevat maar liefst 85% fructose (54). Agavesiroop zou daarom wel eens de ongezondste zoetstof kunnen zijn die te koop is.
Kortom: Agavesiroop bevat veel fructose, wat problemen kan opleveren met de verwerking ervan in de lever. Het is beter om zoetstoffen en toegevoegde suikers zoveel mogelijk te vermijden.
Om te onthouden
In de kringen van alternatieve voeding gaan veel fabeltjes rond. Je hebt misschien een aantal van deze beweringen voorbij zien komen in de sociale media of in blogs, of van vrienden en familie. Veel van deze beweringen blijken echter geen stand te houden als ze wetenschappelijk tegen het licht gehouden worden. Onderzoek heeft bijvoorbeeld de ideeën weerlegd dat koolhydraten altijd slecht zijn, dat je nooit een magnetron moet gebruiken en dat agavesiroop een gezonde zoetstof is. Hoewel het prima is om je gezondheid in eigen hand te nemen moet je altijd verdacht zijn op dubieuze beweringen. Onthoud ook dat een groot aantal tips over voeding en welzijn wel gebaseerd zijn op wetenschappelijk bewijs (met toestemming vertaald).