We wisten al dat biologische tomaten en paprika’s gezonder zijn dan de reguliere variant, maar nu is er bewijs dat dit ook geldt voor biologische courgettes. De Poolse voedingswetenschapper Klaudia Kopczynska analyseerde jarenlang de samenstelling van Poolse biologische en reguliere courgettes. Ze kwam erachter dat in beide evenveel vitamine C zit. Toen ze echter naar de actieve plantenstoffen ging kijken, bleek er een flink verschil! Biologische courgettes bevatten bijna tweemaal zoveel polyfenolen en flavonoïden. Voorbeelden van deze stoffen zijn quercetine, kaempferol en galagzuur. Ook de carotenen zoals luteïne, zeastaxanthine en bètacaroteen waren in de biologische variant rijkelijker vertegenwoordigd. Zelfs chlorofyl (bladgroen) was in de bio-courgette meer aanwezig. Veel Nederlanders eten te weinig groente; het is dus zorgelijk dat als deze groep een keer groenten opschept, deze nog eens verarmd zijn ook. Juist wanneer er weinig groenten worden gegeten, is het van belang dat deze nutritioneel zo rijk mogelijk zijn.
Courgette wordt beschouwd als een calorie-arme groente met gezondheidsbevorderende eigenschappen. Wetenschappelijke publicaties gericht op het profiel en gehalte van bio-actieve stoffen in courgette, en op de mogelijke vruchtkwaliteit modulerende factoren, zijn echter zeldzaam. Door het grote aanpassingsvermogen van courgette aan weers- en landbouwkundige omstandigheden, wordt het op wereldschaal geproduceerd. Het doel van deze studie was het effect van biologische versus conventionele landbouwpraktijken op de concentratie van geselecteerde antioxidanten in courgettevruchten te analyseren. Vruchten van twee courgette-variëteiten (Astra Polka en Nimba), geteeld in een biologisch en een conventioneel systeem, werden met hoge prestatie vloeistofchromatografie (HPLC) getest om het gehalte aan polyfenolen (flavonoïden en fenolzuren), carotenoïden, chlorofyl en vitamine C te bepalen. Biologische courgette-vruchten werden gekenmerkt door hun beduidend hoger gehalte aan fenolzuren en flavonoïden, vergeleken met de conventioneel geteelde vruchten. De biologische teelt zou een goede methode kunnen zijn om de concentratie van bioactieve stoffen met antioxiderende eigenschappen in courgettevruchten te verhogen. Niettemin moeten de gesignaleerde tendensen verder bevestigd worden, met aandacht voor andere courgettesoorten, en voor de mogelijke interacties tussen het plantengenotype, het agronomische systeem en de plaatsgebonden groeiomstandigheden.
De conclusie luidde: Consumenten zijn steeds meer op zoek naar voedsel van hoge kwaliteit, rijk aan gezondheidsbevorderende antioxidanten. Onderzoek naar het effect van mogelijke kwaliteits-modulerende triggers, zoals agronomische praktijken, vooral in samenhang met het plantengenotype, is dus van belang. De gepresenteerde studie vestigt de aandacht op courgette als een belangrijke bron van gezondheidsbevorderende fytochemicaliën, zoals fenolzuren, flavonoïden, vitamine C, en carotenoïden. Het toont een aanzienlijke variatie in het gehalte van geselecteerde groepen antioxidanten tussen courgettevruchten die in een biologisch en in een conventioneel systeem geteeld zijn, en legt tegelijk enkele belangrijke interacties tussen het teeltsysteem en de plantensoorten bloot. Het is de moeite waard erop te wijzen dat, ondanks de grote verschillen van jaar tot jaar in de samenstelling van de courgettevruchten, de overgrote meerderheid van de gemeten fenolen hogere concentraties vertoonden in biologische vergeleken met de conventionele courgettevruchten, en deze trends waren voor beide geteste variëteiten vergelijkbaar. Dit suggereert dat biologische teelt een goede methode zou kunnen zijn om de concentratie van deze bioactieve verbindingen met antioxiderende eigenschappen in courgettevruchten te verhogen. Gezien het zeer beperkte aantal soortgelijke studies over courgette, lijken deze resultaten de allereerste inzichten te geven in de eigenschappen van courgette vruchten die in extensieve, biologische systemen geteeld worden, en kunnen ze dus van belang zijn voor de producenten en de consumenten. Niettemin moeten de gesignaleerde tendensen verder bevestigd worden, waarbij aandacht besteed moet worden aan andere courgettesoorten, en aan de mogelijke interacties tussen het plantengenotype, het agronomische systeem, en de plaatsgebonden groeiomstandigheden, om de conclusies te valideren (bron).