Antioxidanten in de vorm van flavonolenworden door onderzoekers in verband gebracht met een tragere achteruitgang van het geheugen. Zij zijn blij te melden dat het maken van de juiste keuzes in je voedingspatroon ervoor kan zorgen dat je hersenen in een betere conditie blijven. Iets eenvoudigs, zoals meer groenten en fruit aan je dieet toevoegen, heeft al een zeer positief effect.
Flavonolen zitten niet alleen in groenten en fruit, maar ook in thee en chocolade. Het is een type flavonoïde dat onder de fotochemicaliën valt. Deze stoffen hebben in het lichaam ontstekingsremmende eigenschappen, wat een deel van het effect verklaart. Het onderzoek is gedaan onder 961 ouderen die 19 cognitieve testen hebben ondergaan. Het bleek dat de ouderen die de meeste flavonolen aten, het hoogste scoorden op de tests. Gemiddeld kregen de proefpersonen 10 mg flavonolen binnen, waarbij de hoogste score 15 mg was en de laagste 5 mg. Zo heel veel is dat niet, want een portie bladgroente levert al 15 mg op. Flavonolen kennen onder meer de vormen kaempferol, quercetine en myricetine. Deze zitten veelal in boerenkool, spinazie, broccoli, tomaten, rode wijn, thee, appels, sinaasappels en tomaten.
Thomas Monroe Holland, MD, MS, van Rush University Medical Center in Chicago, en zijn co-auteurs ontdekten dat de totale inname van flavonolen verband hield met minder achteruitgang van de globale cognitie.
Holland merkte op dat de resultaten suggereren dat bepaalde voedselkeuzes de snelheid van cognitieve achteruitgang kunnen vertragen. Hij zei in een verklaring: “Meer fruit en groenten eten en meer thee drinken zijn beide gemakkelijke dingen die mensen kunnen doen om te helpen hun hersenen gezond te houden.”
Flavonolen zijn een soort flavonoïden, een groep plantaardige chemicaliën die de kleuren van planten vormen. Onderzoekers hebben ontdekt dat mensen die veel flavonolen eten minder kans hebben om Alzheimer of dementie te krijgen.
We weten niet alles over hoe deze relaties werken. Holland en zijn co-auteurs dachten dat de ontstekingsremmende eigenschappen van flavonolen de ernst of duur van neuro-inflammatie zouden kunnen verminderen. Ze zeiden ook dat de antioxiderende eigenschappen van flavanolen de oxidatieve stress veroorzaakt door reactieve zuurstofsoorten en vrije radicalen zouden kunnen stoppen of verminderen.
In deze studie keken Holland en zijn collega’s naar 961 mensen die bij aanvang geen dementie hadden en werden 6,9 jaar lang gevolgd. De meeste mensen in de steekproef waren vrouw (75%), en bijna allemaal blank (98%). Het gemiddelde opleidingsniveau was 15 jaar, en de gemiddelde leeftijd bij aanvang was ongeveer 81 jaar. In totaal had 22% van de mensen minstens één APOE4 allel, en 42% zei vroeger gerookt te hebben.
De onderzoekers gebruikten een gevalideerde semi-kwantitatieve voedselfrequentievragenlijst om het dieet te meten en 19 standaard tests om jaarlijks de cognitieve prestaties te meten. Ze hielden rekening met leeftijd, geslacht, opleiding, APOE4, cognitieve activiteit op latere leeftijd, lichamelijke activiteit en roken bij het uitzoeken wat de resultaten betekenden.
In het onderzoek werd gekeken naar hoeveel flavonol er in het algemeen werd gegeten en hoeveel kaempferol, quercetine, myricetine en isorhamnetine. In het onderzoek waren de voedingsmiddelen met de meeste kaempferol boerenkool, bonen, thee, spinazie en broccoli. De meeste quercetine kwam uit tomaten, boerenkool, appels en thee. Myricetine kwam uit thee, wijn, boerenkool, sinaasappels en tomaten. En isorhamnetine kwam uit peren, olijfolie, wijn en tomatensaus.
De gemiddelde hoeveelheid ingenomen flavonolen was 9,6 mg/dag. Individuele flavonolen, zoals kaempferol en quercetine, hielden verband met een langzamere algehele achteruitgang van de cognitieve functie. Er was geen verband tussen myricetine en isorhamnetine en globale cognitie. De totale inname van flavonolen hield geen verband met het ruimtelijke inzicht (bron: Medpagetoday).