De afgelopen week heb ik heel veel vragen gekregen over de uitkomst van een nieuwe studie waaruit blijkt dat intermittent fasting je kans om te overlijden aan hartziekten met 91% verhoogt. Het gaat op dit moment in zowel internationale als nationale media flink rond. Zelfs de NOS waarschuwt op hun website voor intermittent fasting. Ik merkte dat de schrik er flink in zit en dat sommigen per direct zijn gestopt met deze vorm van vasten. Wat is er waar van de uitkomst van deze studie? Kunnen we inderdaad maar beter niet meer vasten? In dit artikel duiken we erin!
Intermittent fasting (IF) is een eetpatroon waarbij periodes van eten worden afgewisseld met periodes van vasten. De populairste methoden zijn de 16/8 methode (16 uur vasten, 8 uur eten per dag), de 5:2 methode (5 dagen normaal eten, 2 dagen 500-600 calorieën) en de 12/12 methode (12 uur vasten, 12 uur eten per dag).
De betreffende studie is uitgevoerd in opdracht van de Amerikaanse hartstichting. Nu vind ik ‘studie’ een groot woord, want het enige dat de onderzoekers hebben gedaan is het koppelen van de uitkomsten van twee achteraf ingevulde vragenlijstjes – over wat deelnemers zich van de laatste 24 uur kunnen herinneren – aan het Amerikaanse nationale overlijdensregister. De meeste mensen hebben grote moeite om zich te herinneren wat ze de avond ervoor hebben gegeten, dus de uitkomst is niet erg betrouwbaar. De studie rammelt aan alle kanten:
- De studie is gebaseerd op observationeel onderzoek, wat zeer onbetrouwbaar is als het gaat om voedingsonderzoek.
- Het onderzoek was niet gericht op daadwerkelijke volgers van intermittent fasting – het was gebaseerd op zelfgerapporteerde eetpatronen in een enquête.
- Het onderzoek is alleen beschikbaar als persbericht, dus journalisten hebben de onderzoeksgegevens zelf niet kunnen inzien. Het onderzoek is dus niet collegiaal getoetst of volledig gepubliceerd. Belangrijke details en gegevens ontbreken.
- De populaties in de intermittent fasting- en controlegroepen verschilden in factoren zoals rookstatus, geslacht en ras. Deze kunnen de resultaten sterk beïnvloeden.
Op basis van het bovenstaande mogen er absoluut geen definitieve conclusies worden getrokken uit deze voorlopige observationele gegevens. Deze studie zegt alleen dat er meer onderzoek nodig is naar het betreffende vraagstuk.
Waarom is observationeel onderzoek niet betrouwbaar?
Observationeel onderzoek in de voedingswetenschap kan weliswaar correlaties (mogelijke verbanden) aantonen, maar worstelt vaak met het vaststellen van causale verbanden, dus het aantonen van oorzaak en gevolg. Dit komt door verschillende beperkingen. De belangrijkste zijn de zogenoemde confounders of confounding variabelen (verstorende factoren), die ongemerkt een vertekend beeld geven. Bijvoorbeeld dat mensen die veel fruit en groenten eten, vaak vele andere gezonde leefgewoonten hebben die ze gezonder dan gemiddeld maken. Daarnaast is er het probleem van selectiebias. De deelnemers in observationeel onderzoek worden niet willekeurig genoeg gekozen en kunnen op belangrijke manieren verschillen van de algemene bevolking. De uitkomst van de studie zegt dan niets over de gemiddelde mens. Ook is er vaak sprake van zelfrapportage, waarbij mensen zelf aangeven wat ze eten. Dit kan onnauwkeurig zijn door vergeetachtigheid of sociaal wenselijke antwoorden.
Er is dus een groot verschil tussen correlatie en causatie. Een gelijktijdige toename van ijsverkoop en verdrinkingen bij warm weer lijkt erop te wijzen dat deze twee zaken samenhangen. Maar in werkelijkheid komt het doordat er bij mooi weer meer mensen tijd doorbrengen in en bij verkoelend water, niet door het ijs op zich. Gerandomiseerde gecontroleerde onderzoeken (Randomized controlled trials, vaak afgekort tot RCT’s) bieden een oplossing voor dit soort beperkingen. Door deelnemers willekeurig in te delen in groepen kunnen wel oorzakelijke verbanden worden vastgesteld, zoals het effect van een dieet op de gezondheid. Zonder verstorende invloeden van buitenaf. Hoewel RCT’s ideaal zijn voor oorzakelijk onderzoek, zijn ze vrij duur en moeten we het vaak doen met observationele studies. Observationeel onderzoek kan wel een richting aangeven voor wat mogelijk in de toekomst interessant is om te gaan onderzoeken. Dus het enige wat deze ‘studie’ van de Amerikaanse hartstichting aangeeft, is dat vervolgonderzoek interessant kan zijn. Overigens zijn meta-analyses, dus het combineren van resultaten uit meerdere studies, nog betrouwbaarder dan losse studies. Vooral als de meta-analyse gebaseerd is op kwalitatief goede studies zoals RCT’s met grotere aantallen deelnemers. Een meta-analyse van meerdere RCT’s geeft het meest robuuste bewijs voor oorzakelijke verbanden. Deze ene studie op zich geeft dus vooral aanleiding tot verder onderzoek, maar is op zichzelf nog onvoldoende bewijs voor harde conclusies.
De voordelen van IF volgens recente kwaliteitsstudies
Laten we voor het complete plaatje even kijken naar wat recente meta-analyses en RCT’s over intermittent fasting te zeggen hebben:
- Een meta-analyse uit 2024 van 9 gerandomiseerde gecontroleerde studies naar de effecten van IF liet zien dat dit dieet leidde tot significant gewichtsverlies, verlaagde BMI, verlaagd lichaamsvet, verlaagde insulineresistentie, verlaagd LDL-cholesterol en verlaagde triglyceriden in vergelijking met controlegroepen (1).
- Een meta-analyse uit 2022 van 43 gerandomiseerde gecontroleerde studies naar de effecten van IF op gewichtsverlies en cardiometabole gezondheid bij 2483 deelnemers, bracht aan het licht dat IF tot significant meer gewichtsverlies, verlaging van BMI, middelomtrek en vetmassa leidde. Daarnaast verbeterde IF ook nog insulineresistentie en bloedlipiden (2).
- Volgens een systematische review en meta-analyse uit 2023 van 7 gerandomiseerde gecontroleerde studies kan intermitterend vasten bij patiënten met niet-alcoholische leververvetting leiden tot significante vermindering van vetophoping in de lever, obesitaskenmerken (overgewicht, hoge BMI en verhoogde middelomtrek), leverwaarden, triglyceriden, totaal cholesterol, HbA1c en insulineresistentie (3).
- Volgens een in 2024 in The Lancet gepubliceerde umbrella review – overkoepelende review – van 23 meta-analyses met 351 associaties kan IF zorgen voor significante vermindering van vetmassa, middelomtrek, LDL-cholesterol, triglyceriden, totaal cholesterol, nuchter insuline en systolische bloeddruk, en verhoging van HDL-cholesterol en vetvrije massa (4).
- Een overzichtsartikel uit 2021 evalueerde bestaande meta-analyses van gerandomiseerde klinische studies over intermitterend vasten en concludeerde dat IF over het algemeen geassocieerd is met succesvol gewichtsverlies en metabole voordelen zoals verbeteringen in BMI, lichaamsgewicht, vetmassa, cholesterol, triglyceriden, bloedsuiker, insuline, insulineresistentie en bloeddruk bij volwassenen met overgewicht of obesitas (5).
De meest recente studies naar IF en onze gezondheid tonen aan dat dit dieet op de korte termijn zeer gunstig is voor de gezondheid. Het lijkt dan ook onwaarschijnlijk dat dit op de lange termijn 180 graden om zou draaien. Het is niet erg aannemelijk dat de uitkomsten van de studie van de Amerikaanse hartstichting in vervolgonderzoeken van hoge kwaliteit bevestigd gaan worden.
Kies bij twijfel voor een mildere vorm
De 5:2 methode, waarbij 5 dagen normaal gegeten wordt en 2 dagen sterk beperkt, is een vrij heftige vorm van intermittent fasting. Voor beginners of bij zorgen over de gevaren kan een mildere vorm zoals 16/8 of 12/12 worden aanbevolen, waarbij de voordelen waarschijnlijk groter zijn dan de nadelen.
Slotwoord
De ophef over het dodelijke effect van intermittent fasting is een storm in een glas water. De media hebben de resultaten van een twijfelachtige studie opgeblazen zonder de context en beperkingen ervan te benadrukken. Observationele onderzoeken zijn niet betrouwbaar voor het vaststellen van oorzakelijke verbanden. Deze specifieke studie was gebaseerd op zelfgerapporteerde enquêtes en er ontbreken belangrijke gegevens. Recente meta-analyses en gerandomiseerde gecontroleerde onderzoeken concluderen juist dat intermittent fasting gunstig kan zijn voor gewichtsverlies, cardiometabole gezondheid en leververvetting. Hoewel meer onderzoek nodig is, wijzen de huidige bevindingen er niet op dat intermittent fasting dodelijk is. Als je geïnteresseerd bent in intermittent fasting, kunnen mildere vormen zoals de 16/8 of 12/12 methode goede tussenopties zijn. Het blijft belangrijk om kritisch te blijven ten opzichte van sensationele mediaberichten en altijd te kijken naar het volledige wetenschappelijke plaatje voordat we in paniek raken.