Hoofdpagina » Nieuws » Peulvruchten kunnen risico op hart- en vaatziekten verlagen

Peulvruchten kunnen risico op hart- en vaatziekten verlagen

Het eten van meer peulvruchten wordt in een meta-analyse verband gebracht met een lager risico op hart- en vaatziekten en coronaire hartaandoeningen. Er was duidelijk een verband tussen de hoeveelheid peulvruchten die wekelijks werd gegeten en de gezondheid van het hart. Tot 400 gram per week zagen de onderzoekers verbeteringen optreden. Peulvruchten hebben een gunstig effect op de bloedvetten, kunnen de ontstekingswaarden in het bloed laten dalen, de bloedsuikerspiegel stabiliseren en de bloeddruk verlagen. Ze zijn doorgaans rijk aan vezels, polyfenolen, eiwit, koper, foliumzuur, magnesium, vitamine B6 en vitamine B1. Tot de meest populaire peulvruchten behoren kidneybonen, zwarte bonen, pintobonen, kikkererwten, linzen, sojabonen, pinda’s en erwten.

In deze meta-analyse van observationele studies werd gekeken naar het verband tussen het eten van peulvruchten en het risico op hartziekten, hartaanvallen en beroertes. Er waren twee manieren om naar deze resultaten te kijken:

  • Het vergelijken van lagere en hogere inname van peulvruchten;
  • Dosis-respons analyses, waarbij gekeken werd hoe het verhogen van de inname van peulvruchten de studieresultaten beïnvloedde.

Voor het risico op cardiovasculaire ziekte werden 25 studies gebruikt (17 voor de dosis-respons analyse), waarvan 20 prospectieve cohortstudies (met een gemiddelde follow-up van 14,6 jaar) en 5 case-control studies. Er waren in totaal 1.703.121 mensen in de studies. In 24 studies werden voedselfrequentievragenlijsten gebruikt om de voedingsinname te meten, en in één studie nam een interviewer een voedingsgeschiedenis af.

Voor het coronaire hartziekte-risico werden 16 studies opgenomen (11 voor dosis-respons analyse), waarvan 12 prospectieve cohortstudies (met een gemiddelde follow-up van 13,6 jaar) en 4 case-control studies. Er waren in totaal 1.114.165 mensen in de studies. In alle 16 studies werden voedselfrequentievragenlijsten gebruikt om te meten wat mensen aten.

Voor het beroerterisico werden 9 studies gebruikt (6 voor dosis-respons analyse), waarvan 8 prospectieve cohortstudies (met een gemiddelde follow-up van 15,6 jaar) en 1 een case-control studie. Er waren in totaal 770.735 mensen in de studies. In 24 studies werden voedselfrequentievragenlijsten gebruikt om de voedingsinname te meten, en in één studie nam een interviewer een voedingsgeschiedenis af.

De onderzoekers vonden dat leeftijd, geslacht, voedselinname, body mass index (BMI), en ofwel lichamelijke activiteit en energie-inname of voedselinname en BMI de belangrijkste variabelen waren om voor aan te passen. Slechts drie studies voldeden niet aan deze normen. Veel studies hielden ook rekening met zaken als roken, sociaal-economische factoren, en gezondheidsproblemen die verband houden met cardiovasculaire ziekte (bijv. hoge bloeddruk, hoog cholesterol en diabetes).

In het algemeen werd het eten van meer peulvruchten in verband gebracht met een 6% lager risico op cardiovasculaire ziekte, en in cohortstudies met een 4% lager risico op cardiovasculaire ziekte. In cohortstudies hadden mensen die meer peulvruchten aten 10% minder kans op het krijgen van coronaire hartziekte en 8% minder kans op het krijgen van coronaire hartziekte. In de dosis-respons analyse werd elke toename van de inname van peulvruchten met 100 gram in verband gebracht met een lager risico op coronaire hartziekte. Het risico op coronaire hartziekte leek af te vlakken bij ongeveer 400 gram per week, toen het risico 21% lager was (Bron: Examine).

Help anderen gezonder te worden en deel dit artikel:

Download nu tijdelijk gratis ons E-book Afvallen

Gelukt! Ga naar je inbox om het E-book te bekijken.