De afgelopen week hebben wetenschappers van de Universiteit van Gent bekendgemaakt dat er waarschijnlijk een sterk verband is tussen de ernst van besmetting met het coronavirus en de aanwezigheid van bepaalde nutriënten in het lichaam. De meeste mensen denken bij risicofactoren voor een ernstig verloop van covid-19 aan overgewicht, leeftijd, diabetes, kanker of hart- en vaatziekten. Nu lijkt het erop dat tekorten aan specifieke nutriënten mogelijk een veel grotere rol spelen dan gedacht.
Professor Gijs Du Laing onderzocht 138 patiënten die werden opgenomen in de ziekenhuizen UZ Gent en AZ Jan Palfijn in België. Hij is een bio-ingenieur die is gespecialiseerd in micronutriënten zoals vitamines en mineralen. Hij kwam op het idee om te onderzoeken of er een relatie is tussen covid-19 en tekorten doordat uit eerdere studies blijkt dat dit wel geldt voor sommige andere virussen. Volgens De Laing weten we al langer dat tekorten aan specifieke micronutriënten kunnen zorgen voor een toename van de ernst van een infectie, waardoor patiënten veel heviger ziek kunnen worden.
Patiënten die extreem ziek werden en/of zelfs overleden, bleken bij binnenkomst vrijwel allemaal een tekort te hebben van zowel zink als selenium. Meestal wordt er vitamine D of zink geadviseerd tegen corona, maar zink in combinatie met selenium wordt meestal niet genoemd. Dat is opmerkelijk, want ook uit eerdere studies bleek al dat suppletie met selenium en zink de overlevingskansen aanzienlijk zou kunnen verbeteren. De Laing wijst er ook op dat de sterfte door corona veel lager was in regio’s in China waar men voldoende selenium in het bloed had.
Het advies is om vooral gezond te eten en niet direct naar de winkel te rennen om supplementen in huis te halen, hoewel suppletie voor ouderen wel verstandig kan zijn. Ouderen krijgen over het algemeen wel ijzer en vitamine D gesuppleerd, maar aan zink en selenium wordt meestal niet gedacht. Daarom pleiten de onderzoekers ervoor om de richtlijnen voor suppletie uit te breiden. Huisartsen zouden via bloedtesten erop moeten toezien dat mensen niet ongemerkt rondlopen met tekorten. Helaas zijn veel huisartsen erg terughoudend met het prikken van bloed om tekorten vast te stellen.
Volgens De Laing duurt het een tijdje voordat de zink- en seleniumniveaus in het lichaam op peil zijn. Als je vandaag begint met slikken is het tekort dus niet binnen een paar dagen weggewerkt. In Finland verrijkt de overheid het seleniumgehalte al tientallen jaren door het aan mest toe te voegen. Opvallend genoeg is de covid-19-sterfte in dit land ook opmerkelijk laag.
Bronnen van selenium en zink
Selenium en zink kunnen beschermen tegen vele infectieziekten. Zorgelijk is dat heel veel mensen in het westen van Europa kampen met tekorten. Met name de ouderen zouden hieraan lijden. Zeker nu plantaardige diëten winnen aan populariteit, lopen de tekorten aan selenium en zink op. Mineralen uit dierlijke bronnen zijn voor het lichaam zeer makkelijk en goed op te nemen. Het eten van vlees en vis kan tekorten dan ook gemakkelijk opheffen. Vooral vis zoals tong, tonijn, sardines, haring, makreel, ansjovis, en zalm zijn rijk aan selenium. Dat geldt ook voor garnalen, krab, inktvis en oesters. Zink zit weer meer in vlees zoals lever en rundvlees, maar ook in makreel en sardines. Maar wat als je nu liever geen vlees of vis eet?
De aanbevolen dagelijkse hoeveelheid voor een volwassen man is 70 mcg selenium en 9 mg zink. Voor een vrouw ligt dat respectievelijk op 70 mcg selenium en 7 mg voor zink.
Zink en selenium zijn beide te vinden in:
- Paranoten: bevatten per 100 gram 1000 mcg selenium en 4,1 mg zink. Vanwege de enorme hoeveelheid selenium kun je beter niet meer dan 2 – 3 stuks per dag eten.
- Zonnebloempitten: bevat per 100 gram 49 mcg selenium en 5,4 mg zink. Gepelde zonnebloempitten kun je gemakkelijk verwerken in salades en de yoghurt.
- Chiazaad: bevat per 100 gram 55 mcg selenium en 4,6 mg zink. Je lichaam neemt de mineralen alleen op als je chiazaad voor het eten even goed maalt met een koffiemolen. Maal chiazaad altijd vers voor de maaltijd, anders bestaat er de kans dat de vetten zijn geoxideerd.
- Quorn: bevat per 100 gram 30 mcg selenium en 6,7 mg zink. Dit is eiwit afkomstig van schimmel. Het lijkt veilig op dit moment, maar eet het niet dagelijks, om te voorkomen dat je er mogelijk allergisch voor wordt.
- Nori: bevat per 100 gram 51 mcg selenium en 4,5 mg zink. Ook heel rijk aan jodium. Heel gezond, maar overdrijf de inname niet, want dan kan je weer te veel natrium binnenkrijgen.
- Cashewnoten: bevatten per 100 gram 37 mcg selenium en 5,8 mg zink. Zorg ervoor dat je deze noot altijd ‘rauw’ eet en niet gebakken in ongezond plantaardig vet. Kies ook liever voor de ongezouten variant.
- Sesampasta (tahin): bevat per 100 gram 34 mcg selenium en 5,4 mg zink. Dit kan prima op een broodje of cracker, maar als je niet dol bent op de smaak kun je het ook verwerken in een humus.
- Pompoenpitten: bevatten per 100 gram 7 mcg selenium en 7,9 mg zink. Ook zeer rijk aan andere mineralen zoals magnesium en ijzer. Ook zit er veel vitamine E in. Doen het heel goed in een salade, maar je kunt ze ook verwerken in een zelfgemaakte muesli of granola.
Bronnen van zink
Het voedingsmiddel dat de koning is van het zink, is de oester. Geen enkel ander voedingsmiddel bevat met 59,2 mg per 100 gram zoveel zink als oesters. Maar wat als je niet zo dol bent op oesters? Bijvoorbeeld omdat deze dieren levend(!) worden gegeten? Dan is rundvlees een zeer rijke bron van zink. Als pescotariër (viseter) zit je goed bij krab, garnalen, sardienen en mosselen. Of kaas en eieren als je een vegetarisch dieet volgt. Er zijn ook volledig plantaardige opties, zoals lijnzaad en cacao. Als je zink liever uit groente haalt, dan zijn tomaten, spinazie of cantharellen een goede optie. En anders kun je altijd nog terecht bij peulvruchten zoals doperwten en tuinbonen.
Bronnen van selenium
De rijkste bron van selenium is dus de paranoot, maar niet iedereen is even dol op paranoten. Bovendien zijn ze vrij prijzig. Je zou daarom ook kunnen overwegen om andere noten in te slaan om je selenium op te krikken. Denk hierbij aan de eerdergenoemde cashewnoten en zonnebloempitten, maar ook cashewnoten, pinda’s (eigenlijk peulvruchten), walnoten en macadamia’s. Echt rijk aan selenium is ook lever, maar velen kunnen de smaak ervan niet waarderen. Groente is niet bepaald rijk aan selenium, maar champignons en spruitjes bevatten met ongeveer 10 mcg per 100 gram selenium nog wel een enigszins noemenswaardige hoeveelheid.
Slotwoord
Je kunt met voeding het risico op corona nooit tot 0 reduceren, maar volgens deze onderzoekers kun je wel je kans op covid-19 en vooral de ernst ervan verminderen. Het betreft hier wel een mogelijk verband (correlatie); voor definitieve uitspraken over oorzaak en gevolg (causatie) zal nog verder onderzoek moeten volgen. Vitamine D en zink stonden al langer in de schijnwerpers als mogelijke middelen tegen corona, maar nu komt daar dus nog selenium bij. Met name de combinatie selenium en zink lijkt belangrijk. Het opvoeren van de inname ervan heeft vooral zin als je tekorten hebt, want een teveel aan deze mineralen kan ook weer schadelijk worden voor je gezondheid. Naast het goed voor jezelf zorgen door goed te slapen, veel te bewegen en afvallen bij overgewicht, heb je met de mineralen selenium en zink een extra stukje gereedschap in handen om je weerstand te vergroten.
Update 19/21: Interessant om in het achterhoofd te houden: de wetenschapsredacteur van de Volkskrant, Maarten Keulemans, meldde na analyse van de studie dat het eten van meer vlees en vis tegen COVID-19 te kort door de bocht is. Eén van de onderzoekers zou banden hebben met een selenium testservice. Het is onduidelijk of dit het onderzoek heeft beïnvloed. Ook zou het onderzoek rammelen omdat zieke mensen meestal slechter eten en daardoor gemakkelijk tekorten oplopen. Daarbij ontbrak er ook een controlegroep en was de groep erg klein om definitieve conclusies te trekken.