Een nieuwe Australische studie, verschenen in European Journal of Nutrition, wijst uit dat een bepaalde biomarker die geassocieerd wordt met hartziekte bij mensen die een paleodieet volgen twee maal zo hoog is als bij mensen met een doorsnee eetpatroon. Het paleo- of ‘ holbewoner’-dieet zou het eetpatroon vertegenwoordigen van wat in het Paleolithicum (2,5 miljoen tot 10.000 jaar geleden) door onze voorouders gegeten werd, namelijk vlees, vis, groenten, noten, zaden en wat fruit. Alle soorten granen, zuivel, peulvruchten, geraffineerde suiker, bewerkte oliën en zout worden vermeden. Dit dieet zou zorgen voor gewichtsverlies en een lager risico op verschillende welvaartsziektes. Er is echter maar weinig onderzoek gedaan naar invloed van dit dieet op de langetermijngezondheid, darmbacteriën en het microbioom. Het Australische onderzoek is de eerste grote studie naar de invloed van het paleodieet op de darmbacteriën.
TMAO en hartziekten
De niveaus van trimethylamine-N-oxide (TMAO) werden onderzocht. TMAO is een verbinding die in de darmen wordt gevormd (door de bacterie Hungatella) en die geassocieerd wordt met een verhoogd risico op hartziekten, waaraan jaarlijks 610.000 Amerikanen sterven. Volgens de onderzoekers zorgt het paleodieet, met name door het eten van rood vlees, voor de toename van TMAO. Dit kan vervolgens een nadelige invloed hebben op de hartgezondheid. Ook bleek de lagere inname van koolhydraten bij de paleogroep te zorgen voor minder gunstige bacteriestammen in de darmen. Het hogere risico op hartziekten onder paleo-aanhangers zou daarom niet alleen liggen aan het vele vlees dat ze eten, maar vooral ook aan wat ze niet eten: volkorengranen.
Volkorengranen en vezelgebrek
Mensen op een paleo- of ketogeen dieet eten geen of heel weinig granen, terwijl die wel een fantastische bron van vezels en resistent zetmeel vormen, aldus hoofdonderzoeker en voedingswetenschapper dr. Angela Genoni. Vezelrijke voeding bevordert een betere spijsvertering en ontlasting en verlaagt het risico op ziekten zoals beroertes en hartaanvallen, obesitas, diabetes 2 en sommige vormen van kanker.
Vezels
Niet alleen paleo- aanhangers, maar bijna alle Amerikanen krijgen te weinig vezels binnen. Vrouwen hebben minstens 25 gram vezels per dag nodig en mannen 38 gram, maar gemiddeld krijgen ze maar 16 gram binnen. Dit vezeltekort heeft de aandacht van vele gezondheidsprofessionals en voedingsdeskundigen. Uit een review in The Lancet bleek dat overgaan van een vezelarm (minder dan 15 gram) naar een vezelrijk dieet (25-29 gram) 13 doden en zes gevallen van hartziekte per 1000 mensen kan voorkomen. Het onderzoek wijst erop dat de nieuwe eetpatronen die het vermijden van koolhydraten voorstaan, zelfs van de gezonde vezelrijke soorten, een mogelijk gevaar opleveren voor de hartgezondheid.
Volkorengranen zijn niet de enige bron van vezels. Fruit en groenten zijn ook vezelrijk, maar niet alle soorten passen in keto- en paleo-menu. Volgens Rachel Fine, voedingswetenschapper in New York, is de grootste zorg niet het gebrek aan vezels op zich, maar het gebrek aan onoplosbare vezels (die onder meer in volkorengranen voorkomen), die onder andere helpen om de ontlasting stevig te maken. Dit speelt een belangrijke rol bij het verbeteren van een gezonde en regelmatige stoelgang. In veel groenten en fruit vind je vooral oplosbare vezels die dit voordeel niet hebben.
Ketotarisch dieet
Om een te grote inname van rood vlees te voorkomen heeft Will Cole, schrijver van ‘The Inflammation Spectrum’, een dieet bedacht dat vooral uitgaat van plantaardige vormen van eiwitten en vetten in plaats van vlees en zuivel, maar wel met wilde vis, die goed voor het hart is. Aangezien sommige mensen echt overgevoelig zijn voor peulvruchten of granen gaat het ketotarische dieet uit van het eten van groenten zoals artisjokken, broccoli, en spuitjes om genoeg vezels binnen te krijgen. Granen eten is niet per se nodig volgens verschillende deskundigen. Ook volgens voedingsdeskundige Jedha Dening kun je op een keto- of paleodieet vezelrijke voeding binnenkrijgen door zetmeelarme groenten, noten en zaden te eten, of zetmeelarm fruit.
Inclusief dieet
Fine daarentegen vindt het niet slim om jezelf sterke beperkingen op te leggen in voedselkeuze. Zij meent dat ons lichaam alle macronutriënten nodig heeft voor een goed verloop van alle stofwisselingsfuncties. Als je een macro zoals vetten of koolhydraten weglaat, zal je lichaam hiertegen in opstand komen volgens haar en uiteindelijk juist datgene willen wat je jezelf ontzegt. Zij pleit voor ‘keuzes maken in plaats van regels opleggen’, door te zorgen voor voeding die zo weinig mogelijk bewerkt is en zoveel mogelijk voedingsstoffen bevat. Verder zou de voeding grotendeels uit plantaardige producten moeten bestaan, zoals allerlei verse producten, noten, zaden en peulvruchten. Zij noemt dit een ‘inclusieve’ benadering, waarbij je alle soorten voeding kunt eten (bron).