De afgelopen dagen stroomde mijn inbox vol met mails van bezorgde lezers. Zij waren geschrokken van een opmerkelijk nieuwsbericht in België, waarin kankerexpert Nick van Larebeke onthulde dat jongeren die vaker biologische voeding eten, hogere concentraties gifstoffen in hun bloed en urine hebben. De studie wekt de indruk dat biovoeding ongezonder is dan gangbaar voedsel. In dit artikel ga ik dieper in op de studie en de commotie die is ontstaan. Want is biovoeding wel zo ongezond als het lijkt? Of spelen er andere factoren mee?
Uit de nieuwe studie blijkt dus dat jongeren die meer biovoeding eten, meer gifstoffen in hun bloed en urine hebben dan jongeren die minder bio eten. Het gaat onder meer om lood, arseen, glyfosaat, PFAS en chloorverbindingen zoals PCB’s. De onderzoekers vonden 20 tot 40% hogere waarden van deze gifstoffen bij jongeren die vaker dan gemiddeld 7,5 keer per week bio-voeding aten, vergeleken met jongeren die minder vaak bio-voeding aten. De hogere concentraties gifstoffen werden vooral gevonden bij diegenen die meer bio-eieren, zuivel, noten en zaden aten. De problemen speelden minder bij aardappelen, groente en fruit. De onderzoekers vermoeden dat vooral de hoge milieuvervuiling in Vlaanderen een rol speelt.
Studie heeft weinig bewijskracht
De studie zelf is nog niet gepubliceerd, dus bij de beoordeling moeten we het doen met de informatie uit de media. Toch zien we nu al een aantal belangrijke beperkingen. Ten eerste is deze studie observationeel van aard, waardoor hij weinig bewijskracht heeft voor oorzakelijke verbanden. Het zou bijvoorbeeld kunnen dat de mogelijke relatie wordt veroorzaakt doordat liefhebbers van biologische voeding vaker in de buitenlucht wandelen, wat in een industrierijk land als België kan leiden tot meer blootstelling aan toxines in de lucht. Het is dus niet duidelijk of de hogere concentraties gifstoffen worden veroorzaakt door biovoeding of door andere factoren die samenhangen met het eten ervan. Een belangrijke beperking van deze studie is dat de data grotendeels is verzameld via vragenlijsten. Het is bekend dat mensen vaak moeite hebben om precies te rapporteren wat ze de afgelopen periode hebben gegeten. We herinneren ons simpelweg niet alles meer. Dit roept twijfel op over de betrouwbaarheid van de gegevens over de consumptie van biologisch voedsel. Het is goed mogelijk dat deelnemers hun inname van biologisch voedsel onjuist hebben gerapporteerd. Dit maakt het lastig om harde conclusies te trekken over het verband tussen biovoeding en de gevonden verhoogde gifstofwaarden. De studie vergelijkt alleen jongeren die meer biologische voeding eten met jongeren die dit minder eten, maar er is geen directe vergelijking met jongeren die uitsluitend conventioneel voedsel eten. Met 600 adolescenten is de steekproef relatief klein voor het trekken van brede conclusies. Bovendien is deze specifieke groep Vlaamse adolescenten mogelijk niet representatief voor de gehele bevolking. Hoewel er voor enkele verstorende factoren is gecorrigeerd, kunnen er nog steeds andere factoren zijn die de resultaten beïnvloeden, zoals levensstijl of woonplaats. De studie lijkt echt een momentopname te zijn en houdt geen rekening met mogelijke langetermijneffecten en voordelen van biologische voeding.
Is biologisch gezonder of ongezonder dan conventionele voeding?
Dit is een vraag die wetenschappers en voor- en tegenstanders van biologische voeding al decennia lang bezighoudt. Eén studie zegt niet zoveel, dus laten we even op een rijtje zetten wat de huidige bevindingen zijn:
- Volgens een zeer recente studie die afgelopen week is gepubliceerd blijkt dat biologische gewassen gemiddeld meer antioxidanten en minder cadmium en pesticideresiduen bevatten dan conventioneel geteelde gewassen (1).
- Volgens een in april verschenen grootschalig onderzoek naar de voedingswaarde van biologisch voedsel zou biologisch in slechts 30% van de gevallen daadwerkelijk voedzamer zijn dan conventioneel (2).
- Een systematisch literatuuronderzoek uit 2020 naar de effecten van biologische voeding op de menselijke gezondheid vond onvoldoende bewijs om definitieve uitspraken te doen over gezondheidsvoordelen, hoewel observationeel onderzoek positieve associaties rapporteerde met vruchtbaarheid, geboorteafwijkingen en allergieën (3).
- Geraffineerd biologisch voedsel is vanuit voedingskundig oogpunt niet gezonder dan regulier voedsel (4). Het bevat vaak net zo goed te veel suikers, verzadigde vetten en natrium om als gezond geclassificeerd te worden.
- Een recent onderzoek gepubliceerd in Nature toont aan dat biologische knoflook en prei meer gezonde stoffen en antioxidanten bevatten dan conventioneel geteelde groenten (5). Uit oudere studies blijkt ook vaak dat biologische gewassen meer antioxidanten bevatten (6, 7, 8, 9, 10).
- Biologische voeding bevat gemiddeld minder bestrijdingsmiddelen (11). Een gerandomiseerde gecontroleerde voedingsinterventiestudie toonde aan dat de totale uitscheiding van pesticidenresiduen in de urine 91% lager was bij personen die biologisch voedsel consumeerden, in vergelijking met personen die conventioneel voedsel aten (12). De vraag wat dit voor effect op onze gezondheid heeft, is nog niet onderzocht (13).
- Synthetische bestrijdingsmiddelen zijn bij biologische voeding niet toegestaan, wat zeer gunstig is (14, 15). Met name synthetische bestrijdingsmiddelen hebben een sterk ontwrichtende werking op onder meer de hormonale balans in het lichaam (16, 17).
- Biologische, grasgevoerde dierlijke producten zoals zuivel en vlees bevatten doorgaans iets meer omega 3 en minder antibioticaresten dan conventionele producten (18, 19, 20). Daarbij bevatten biologische groenten over het algemeen minder nitraten dan conventioneel geteelde groenten, voornamelijk doordat er geen synthetische meststoffen worden gebruikt (21, 22).
- Een studie van eerder dit jaar noemt terecht dat het ontzettend moeilijk is om definitieve conclusies te trekken over de precieze gezondheidsvoordelen van biologisch voedsel vanwege methodologische beperkingen in het huidige onderzoek (23). Het is lastig om wetenschappelijk hard te maken dat biologisch eten gezonder is dan regulier eten. Dit komt door twee belangrijke redenen. Ten eerste zijn de effecten op de lange termijn moeilijk te meten. Ten tweede is er veel variatie binnen de biologische landbouw qua productiemethodes, locatie en klimaat. Deze verschillen bemoeilijken het trekken van duidelijke vergelijkingen tussen biologisch en regulier voedsel.
Bodemkwaliteit wordt vaak vergeten
Afgezien van de voedingswaarde van biologische gewassen, is het heel belangrijk dat ze geteeld worden met aandacht voor de bodem en het bodemleven. Voeding uit een gezonde bodem werkt namelijk gunstig op ons eigen microbioom (24). Een biologische appel bevat veel meer bacteriesoorten dan een regulaire appel (25). Dit zou verregaande gevolgen kunnen hebben voor onze gezondheid, aangezien studies meer en meer een verband lijken te vinden tussen een gezond microbioom en onze algehele gezondheid. Zeker als je bedenkt dat (synthetische) bestrijdingsmiddelen zeer ongunstig zijn voor het microbioom (26, 27).
Het ware probleem
De Belgische studie zet biologische producten in een kwaad daglicht, maar geeft een vertekend beeld van de situatie omdat er in werkelijkheid een breder probleem speelt. Het is al ontzettend lang bekend dat biologische kippen en vrije-uitloopkippen vaak hogere gehaltes hebben aan dioxines (28, 29). Recent is hier ook nog eens bijgekomen dat eieren van hobbyboeren en kippen die buiten scharrelen een veel hoger risico hebben op vervuiling met PFAS (30, 31). Het is dus niet helemaal eerlijk om alleen biologische voeding nu in een kwaad daglicht te stellen. Het gaat hier in werkelijkheid waarschijnlijk om voedingsmiddelen die in contact met de buitenlucht zijn geweest. We zijn inderdaad de aarde in rap tempo aan het vervuilen, terwijl iedereen erbij staat te kijken en er onvoldoende actie wordt ondernomen. Dit is een logisch gevolg. Biologische boeren kunnen hier niks aan doen. Bovendien vindt de kweek van regulier voedsel vaak binnen in kassen plaats en worden dieren binnen gefokt en gehouden, waardoor er minder kans is op vervuiling met toxines uit de omgeving en het milieu. Is regulier dan beter? Dat kunnen we niet stellen omdat dit in deze en andere studies niet is onderzocht. Er worden soms hogere of lagere waardes van nutriënten en toxines vastgesteld bij zowel biologisch als regulier, maar het gevolg hiervan op onze gezondheid is volledig onbekend. We weten niet of het ontbreken van synthetische bestrijdingsmiddelen en juist de aanwezigheid van meer antioxidanten in biologisch voedsel, op termijn ruimschoots compenseren voor de iets hogere aanwezigheid van toxines. We weten ook niet hoe hoog het toxinegehalte in absolute zin was bij deze studie, want een stijging van 40% klinkt schokkend, maar als de hoeveelheid toxines toch al laag was, dan is het gezondheidsrisico nihil.
Praktisch advies op basis van deze studie
Opvallend is dat de toxische belasting in de Belgische studie vooral is gezien bij mensen die bio-eieren, zuivel, noten en zaden aten, maar minder bij diegenen die vooral aardappelen, groente en fruit tot zich namen. We kunnen deze laatste dus prima biologisch eten en zo profiteren van hogere hoeveelheden antioxidanten, minder synthetische bestrijdingsmiddelen en een diverser aanbod van bacteriën. Voor wat betreft de eieren, zuivel en noten is het slim om hier niet te veel van te eten, om de toxische belasting te minimaliseren. Dit is bovendien gunstig voor het milieu. Bij zuivel, noten en zaden is het goed om af te wisselen tussen verschillende soorten, merken en typen. Het beste is om niet elke dag dezelfde te eten om risico te spreiden.
Uitkomst studie strookt niet met andere studies
Ik heb recent een uitgebreide literatuurstudie gedaan naar de hoeveelheid bestrijdingsmiddelen die aanwezig is in biologische noten. Uit tientallen grondige studies is gebleken dat er in biologische noten meestal geen sporen van bestrijdingsmiddelen zijn aangetroffen, zeker niet in hoeveelheden die een gezondheidsrisico zouden vormen. Dit is in tegenspraak met de bevindingen van deze Belgische studie. Gezien het overwicht aan bewijs uit mijn literatuurstudie, is het aannemelijk dat de Belgische studie methodologische tekortkomingen bevat en de aanwezigheid van bestrijdingsmiddelen sterk overschat. De algemene wetenschappelijke consensus is dat biologische noten veilig zijn om te eten wat betreft residuen van bestrijdingsmiddelen.
Slotwoord
De Belgische studie over verhoogde concentraties toxines in biologisch voedsel veroorzaakt terecht onrust, maar verdient de nodige nuance. Hoewel de resultaten verontrustend lijken, heeft het onderzoek belangrijke beperkingen en biedt het geen sluitend bewijs dat biologische voeding ongezonder is. De studie weerspiegelt waarschijnlijk vooral een breder milieuprobleem, waarbij algemene vervuiling een grotere rol speelt dan de productiewijze. Het vraagstuk over de precieze gezondheidsvoordelen van biologisch in vergelijking met regulier is erg complex en moet in de toekomst nog verder worden onderzocht.