Een nieuwe studie bracht aan het licht dat cacao in staat is om de zuurstofvoorziening van het brein bij jongvolwassenen te verbeteren, wanneer het wordt blootgesteld aan verhoogde CO2-waarden (kooldioxide). Dit leidde tot zichtbaar betere intellectuele prestaties bij complexe taken. Bij eenvoudige opdrachten werd geen verbetering waargenomen. De studie is van het dubbelblinde type en dat wordt doorgaans als betrouwbaar gezien. Flavanolen uit cacao kunnen zorgen voor een verbeterde werking van de bloedvatwanden, waardoor de aderen in het brein beter kunnen reageren op de omstandigheden en sneller herstellen. Vooral bij slechte ventilatie of wanneer er veel mensen in een kleine ruimte zijn, kan het CO2-niveau in de lucht flink oplopen. Met name klaslokalen en kantoren zijn berucht om het oplopen van de CO2-concentratie. Flavanolen zitten niet alleen in cacao, maar ook in thee, bessen, druiven en appels. Een kopje groene thee met een stukje chocolade kan je hersenfunctie een boost geven; misschien kun je je klasgenoten of collega’s wel verbazen met je briljante ideeën!
Originele samenvatting van de studie
Cacaoflavanolen beschermen mensen tegen vaatziekten, zoals blijkt uit verbeteringen in de perifere endotheelfunctie, waarschijnlijk door stikstofmonoxide-signalering. Er zijn ook aanwijzingen dat flavanolrijke diëten beschermen tegen cognitieve veroudering, maar de mechanismen blijven onduidelijk. In een gerandomiseerd dubbelblind acuut onderzoek bij gezonde jonge volwassenen, verbinden wij deze twee onderzoekslijnen door, voor de eerste keer, aan te tonen dat de inname van flavanol leidt tot snellere en grotere hersenzuurstofwisselingsreacties op hypercapnie, en ook tot betere prestaties, alleen wanneer de cognitieve vraag hoog is. Individuele verschillen analyses tonen verder aan dat deelnemers die baat hebben bij de inname van flavanolen tijdens hypercapnie, ook degenen zijn die dat doen tijdens de cognitieve uitdaging. Deze gegevens ondersteunen de hypothese dat vergelijkbare vasculaire mechanismen ten grondslag liggen aan zowel de perifere als cerebrale effecten van flavanolen. Verder tonen zij het belang aan van studies die fysiologische en cognitieve uitdagingen combineren bij jonge volwassenen om de effecten van flavanolen op de hersenfunctie te onderzoeken.
Conclusie
Wij hebben aangetoond dat acute inname van flavanol de efficiëntie in bloedoxygenatie (amplitude en snelheid) tijdens hypercapnie in frontale corticale gebieden van jonge gezonde proefpersonen kan verbeteren en dat het waarschijnlijk bijdraagt tot verbeteringen in cognitieve functie, maar enkel wanneer cognitieve eisen hoog zijn. Wij tonen ook aan dat alleen individuen met een lagere cerebrovasculaire reactiviteit profiteren van de inname van flavanol, met acute verbeteringen in cerebrale vasculaire functie en cognitieve prestaties. Wij suggereren dat de onderliggende mechanismen die centraal in het spel zijn, vergelijkbaar kunnen zijn met de mechanismen die in de perifere vasculatuur zijn waargenomen, door middel van door hypercapnie geïnduceerde toename van NO-afgifte door het endotheel in cerebrale slagaders. Toekomstig werk zou dit moeten bevestigen door studies uit te voeren in diermodellen waar directe metingen van NO niveaus in de cerebrale vasculatuur mogelijk zijn in real time tijdens hypercapnische uitdagingen.
De hier gerapporteerde bevindingen kunnen belangrijke toekomstige implicaties hebben voor het gebruik van dieetstrategieën met van planten afgeleide flavanolen ter verbetering van de bloedoxygenatie en cognitieve prestaties in gezonde populaties, alsook voor populaties met een hoger risico (bv. rokers, hypertensieven, diabetici, oudere volwassenen) of om te helpen bij het herstel en de behandeling van hersenletsels en hersenziekten. Het belangrijkste is dat onze gegevens mogelijk nieuwe wegen openen voor precisie-medicijn onderzoek met betrekking tot het begrijpen van individuele reacties op de inname van flavanol en het helpen identificeren van populaties die het meest van deze interventies zouden kunnen profiteren (bron).