Een oplettende volger wees me op een nieuwe studie waaruit blijkt dat de enzymen bromelaïne (uit ananas), papaïne (uit papaya) en ficine (uit vijgen) kunnen beschermen tegen floaters. Floaters zijn eiwitstructuren die in het glasvocht van het oog kunnen zweven. Een onderzoek van een aantal jaar geleden bracht aan het licht dat 76% van de smartphonegebruikers te kampen heeft met deze floaters. Ze blokkeren het licht naar het netvlies en kunnen voor ongemak zorgen. Eerder had een studie al aangetoond dat het eten van verse ananas je van je floaters af kan helpen. In ananas zit een eiwitsplitsend enzym, dat kennelijk de floaters in de ogen splitst. Nu blijkt dit dus ook op te gaan voor enzymen in de vorm van supplementen.
De originele samenvatting van de studie
Methode: Ons onderzoek werd gepland in Zuid-Taiwan tussen april 2017 en december 2017. In totaal werden 280 patiënten die 280 ogen presenteerden ingeschreven en kregen een reeks oculaire onderzoeken. Elk van onze speciaal ontworpen capsules bevatte 190 mg bromelaïne, 95 mg papaïne en 95 mg ficine. In experiment 1 werden 120 proefpersonen ingedeeld in groep 1 (één symptomatic vitreous opacity, oftewel symptomatische vitreuze troebeling, in deze studie afgekort tot SVO) en groep 2 (meerdere SVO), waarbij elke proefpersoon elke dag twee capsules innam. In Experiment 2 werden 160 ogen met SVO willekeurig verdeeld in vier groepen, waaronder de placebo; laag protease groep (LPG) (1 capsule/dag); middel protease groep (MPG) (2 capsules/dag);en hoog protease groep (HPG) (3 capsules/dag), respectievelijk. Tenslotte analyseerden we de verandering in SVO’s en controleerden we de aantallen SVO’s tijdens en na drie maanden in onze studie.
Resultaten: In Experiment 1, waren 80 proefpersonen met één SVO verminderd tot 24 gevallen (30,0%; 24/80), 40 deelnemers met meerdere SVO’s waren verminderd tot 11 gevallen (27,5%; 11/40) drie maanden later. In Experiment 2 was het aantal patiënten met SVO in de placebogroep na drie maanden vergelijkbaar. De percentages verdwenen SVOs door behandeling met fruitenzymen was 65,5%, 70,0% en 75,5% en voor degenen die respectievelijk één, twee en drie capsules per dag als therapie innamen. De resultaten toonden dus aan dat de effecten van de behandeling van SVO’s op een dosisafhankelijke wijze optraden; hoe hoger de dosis, hoe groter de SVO-vermindering. We suggereerden ook dat de mechanismen van het oplossen en absorberen van SVO’s te wijten kunnen zijn aan de proteïnase en geassocieerde hydrolyse en antioxidant activiteiten die de gecompromitteerde opaciteit kunnen opheffen en vrije radicalen in het glasvocht kunnen wegvangen. Bovendien waren er geen ernstige bijwerkingen of ongemakken tijdens de behandeling.
Conclusie: In deze studie hebben wij aangetoond dat de combinatie van papaïne, bromelaïne en ficine de glasvochtopaciteiten aanzienlijk oploste en absorbeerde. Bovendien konden vrije radicalen door sommige vruchtenenzymen worden opgevangen. Bovendien vonden we dat de regelmatige inname van fruitenzymen resulteerde in een dramatische verdwijning van SVO’s met minder bijwerkingen. Het mengsel van fruitenzymen kan een potentiële toepassing hebben zoals de complexe farmacokinetiek voor patiënten met SVOs en oculaire floaters. Bovendien werden de mechanismen van farmacologische vitreolyse, zoals hydrolyse en antioxidantwerking, ook gepresenteerd. We toonden aan dat een gemengd fruit-enzym, waaronder bromelaïne, papaïne en ficine, SVO’s kan verwijderen en zelfs intraoculaire bloedingen kan opheffen door de collageenfibrillen en cellulair debris, die oculaire floaters kunnen veroorzaken, te klieven.