Het hebben van een hond blijkt meer voordelen te hebben dan alleen een trouwe vriend aan je zijde. Nieuw onderzoek van de Universiteit van Toronto toont aan dat kinderen die opgroeien met een hond een gezondere darmflora ontwikkelen. Deze bevinding werpt een verrassend nieuw licht op de preventie van de ziekte van Crohn, een aandoening die steeds vaker voorkomt bij jonge kinderen.
De onderzoekers van het Sinai Health instituut en de Universiteit van Toronto hebben een bijzondere ontdekking gedaan. Kinderen die tussen hun vijfde en vijftiende levensjaar een hond in huis hebben, blijken een verminderd risico te hebben op het ontwikkelen van de ziekte van Crohn. Deze darmaandoening, die wordt gekenmerkt door ontstekingen in het spijsverteringskanaal, heeft vaak verstrekkende gevolgen voor de algemene gezondheid van patiënten.
De impact van deze ziekte is niet te onderschatten. Sinds 1995 is het aantal gevallen bij kinderen onder de tien jaar verdubbeld. In Canada alleen al bedragen de jaarlijkse kosten voor de behandeling van inflammatoire darmziekten ongeveer 5,4 miljard dollar. Deze cijfers benadrukken het belang van preventie en vroege interventie.
Het onderzoeksteam, onder leiding van Kenneth Croitoru en Williams Turpin, heeft tientallen omgevingsfactoren onder de loep genomen. Hoewel genetische factoren een belangrijke rol spelen bij het ontstaan van de ziekte van Crohn, blijken ook omgevingsfactoren van doorslaggevend belang. Dit biedt hoop, want terwijl we onze genen niet kunnen veranderen, kunnen we wel invloed uitoefenen op onze omgeving.
Een opmerkelijke bevinding uit het onderzoek is dat niet alleen het hebben van een hond beschermend werkt. Ook kinderen die in hun eerste levensjaar opgroeien in een groot gezin hebben een kleinere kans op het ontwikkelen van de ziekte. Aan de andere kant blijkt het houden van een vogel als huisdier juist geassocieerd te zijn met een verhoogd risico.
Deze ontdekkingen maken deel uit van het ambitieuze GEM-project (Genetic, Environmental and Microbial). Dit is het grootste onderzoek in zijn soort, waarbij meer dan 5.000 gezonde eerstegraads familieleden van Crohn-patiënten worden gevolgd. De deelnemers komen uit verschillende delen van de wereld, waaronder Australië, Canada, Israël, Nieuw-Zeeland, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten.
De wetenschappers hebben in de afgelopen vijftien jaar waardevolle gegevens verzameld. Van de meer dan 5.000 deelnemers hebben ongeveer 120 mensen de ziekte ontwikkeld. Door de verschillen tussen deze groepen te bestuderen, hopen de onderzoekers beter te kunnen voorspellen wie risico loopt op het ontwikkelen van de ziekte.
Recent hebben de onderzoekers met behulp van machine learning een innovatieve risicoscore ontwikkeld. Deze score kan met grote nauwkeurigheid voorspellen wie kans heeft op het ontwikkelen van de ziekte van Crohn. Maar voor het onderzoeksteam is dit slechts het begin. Hun uiteindelijke doel is het ontwikkelen van preventieve maatregelen.
Het team werkt momenteel aan strategieën om de ziekte te voorkomen, bijvoorbeeld door het toevoegen van voedingssupplementen die een gezonde darmflora bevorderen. Door het combineren van genetische, omgevings- en microbiële gegevens hopen ze persoonlijke interventiestrategieën te kunnen ontwikkelen die de kans op het ontstaan van de ziekte aanzienlijk verkleinen.
Tot slot onderstreept dit baanbrekende onderzoek het belang van onze dagelijkse leefomgeving voor onze gezondheid. Hoewel we de exacte mechanismen nog niet volledig begrijpen, wijzen de resultaten erop dat het samenleven met een hond tijdens de kinderjaren mogelijk een beschermend effect heeft op onze darmgezondheid. Dit opent nieuwe perspectieven voor de preventie van de ziekte van Crohn en benadrukt nog eens extra dat onze viervoetige vrienden wel eens belangrijker voor onze gezondheid kunnen zijn dan we tot nu toe dachten (bron: MedicalXpress).