Uit onderzoek van Pointer blijkt dat de helft van de leerkrachten tijdens de lunch waarneemt dat er junkfood wordt gegeten. Eén leerkracht meldt zelfs dat bijna alle kinderen witbrood met zoet beleg eten, aangevuld met zoete drankjes en snoep. Sommige kinderen eten om 10 uur een zakje pepernoten en als lunch een saucijzenbroodje. Een deel kan verklaard worden doordat junkfood erg goedkoop is, maar opvallend is dat het ook in rijke buurten niet best is gesteld met de broodtrommel. Sommige scholen hanteren een Gezonde School-beleid, wat kan leiden tot een flinke verbetering van de gezondheidswaarde van de lunchtrommels. Helaas gaan niet alle ouders hierin mee, waardoor sommige kinderen toch steeds dikker worden. Het opvoeden van de ouders zou eigenlijk geen taak van de school moeten zijn. Het kan ook anders, want in Zweden zorgen koks voor gezonde maaltijden voor de leerlingen. Hoewel dit waarschijnlijk bij de meeste mensen als muziek in de oren klinkt, laten sommige basisschooldirecteuren weten minder enthousiast te zijn: ‘wij zijn geen restaurant’. Er is dus nog een flinke weg te gaan.
Docenten erkennen ook het contrast tussen rijk en arm. Veel mensen willen wel gezond eten, maar velen kunnen dat niet. Junkfood en snoepgoed zijn erg goedkoop, in vergelijking met gezonde voedingsmiddelen. Een lerares merkte op dat ouders weliswaar proberen voedzame maaltijden mee te nemen, maar dat ze dat vanwege de kosten niet kunnen. Zij zei dat “snoep en koekjes veel goedkoper zijn”. Toch staan niet alleen financiële problemen gezonde eetgewoonten in de weg. Volgens een leerkracht van een welgestelde school “zie ik, ondanks het feit dat onze wijk welvarend is, nog steeds veel gebak en suikerhoudende dranken”.
Zweden, Finland en Frankrijk proberen de gelijke kansen en de gezondheid van kinderen te bevorderen door het serveren van een schoolmaaltijd, maar Nederlandse docenten en schoolbestuurders zijn daar geen voorstander van. Slechts een klein deel van hen is voorstander van deze actie. De grootste problemen blijken tijd en personeel te zijn. Bovendien vinden sommige schooldirecteuren het niet de taak van een school om kinderen te voeden: “Ouders zijn verantwoordelijk voor de lunch”.
Pointer en de Stichting Ouders & Onderwijs hebben ouders gevraagd wat zij vinden van de invoering van een gezonde schoollunch in een enquête onder bijna 1000 ouders met kinderen in de basisschoolleeftijd. De resultaten waren verdeeld: 44 procent was voor het idee en 38 procent tegen. De rest had geen mening. Eén ouder stelde dat het goed zou zijn gezonde maaltijden te verstrekken aan kinderen die het financieel moeilijk hebben, en ervoor te zorgen dat er geen stigma aan kleeft. De voorstanders van de gezonde maaltijd zijn ook bereid deze te financieren.
De meeste basisscholen hebben een continurooster en hun leerlingen eten op school. Volgens de enquête eten 9 van de 10 kinderen op school. De helft van de ondervraagde ouders zegt dat hun kind 15 minuten heeft voor de lunch en een kwart zegt dat hun kind 30 minuten heeft. De overige kinderen hebben meer tijd of hun ouders weten niet hoeveel tijd hun kind heeft. De meeste ouders vinden dat hun kind niet genoeg tijd heeft voor de lunch. Eén ouder zei dat hun kind snel moet eten terwijl de tv aanstaat en een andere ouder zei dat zij liever meer rust zouden willen voor hun kind om te eten (bronnen: Pointer, DUO, Ouders & Onderwijs en NvD).