Iedereen lijkt te ‘weten’ wat goed is als het om voeding gaat, vaak totaal niet gebaseerd op enig bewijs. Hier volgen de 11 meest voorkomende misverstanden over ons voedsel die steeds weer opduiken.
1. Vruchtensap drinken
Vruchtensap is niet altijd wat het lijkt. Vaak is het niet veel meer dan water gemengd met suiker en een vruchtenconcentraat. In veel gevallen zit er helemaal geen echt fruit in, alleen chemicaliën die smaken als fruit. Maar zelfs ALS je echt, 100% vruchtensap drinkt, is dat nog steeds geen goed idee. Dat komt doordat vruchtensappen zoals sinaasappelsap ongeveer dezelfde hoeveelheid suiker bevatten als Coca-Cola en Pepsi!
Vruchtensap lijkt op fruit, alleen met al het goede eruit verwijderd. Er zitten geen vezels in, er is geen kauwweerstand en niets houdt je tegen om enorme hoeveelheden suiker naar binnen te gieten. Terwijl het lange tijd duurt om echt fruit te eten en verteren, is het heel eenvoudig om grote hoeveelheden vruchtensap in korte tijd te drinken. Eén glas sinaasappelsap kan evenveel suiker bevatten als verscheidene hele sinaasappels.
Als je gezond, slank en actief bent of net een marathon hebt gelopen, kun je vruchtensap en andere bronnen van suiker waarschijnlijk goed hebben, zonder problemen te ondervinden. Maar de meeste mensen kunnen, maar beter alle snel verteerbare suikers zoveel mogelijk vermijden, want die kunnen uiteindelijk leiden tot insulineresistentie en allerlei ernstige ziektes (1, 2, 3, 4).
Dus…..eet je fruit (behalve als je op een koolhydraatarm dieet bent, dan moet je misschien minderen), maar hou je verre van vruchtensap.
Kortom: De meestevruchtensappen bevatten net zoveel suiker als suikerhoudende dranken. Je kunt ze maar beter vermijden en in plaats daarvan echte vruchten eten.
2. Geen etiketten lezen
Veel reclamemakers van junkfoodbedrijven zijn schaamteloze leugenaars. Ze zetten nogal eens misleidende etiketten op voedsel….om daarmee mensen die bewust met hun gezondheid omgaan te overtuigen dit soort eten voor zichzelf en hun kinderen te kopen. Omdat de meeste mensen niet veel van voeding afweten, vallen ze steeds weer voor etiketten zoals ‘bevat volkorengranen’, ‘vetarm’ of ‘bevat omega 3’. Het toevoegen van kleine hoeveelheden gezonde ingrediënten aan een ongezond, zwaar bewerkt voedingsproduct maakt het nog niet gezond. Een minuscule hoeveelheid omega 3 vetzuren weegt echt niet op tegen het feit dat een product enorme hoeveelheden suiker bevat. Dus….het is belangrijk om etiketten te lezen. Zelfs zogenaamde health foods kunnen suiker, geraffineerde tarwe en andere zeer schadelijke ingrediënten bevatten. Dit geldt ook voor kindervoedsel dat als gezond in de markt gezet wordt….vertrouw de voedselproducenten NIET, LEES het etiket.
Kortom: Het is belangrijk om etiketten te lezen, zelfs ‘gezond voedsel’ kan akelige ingrediënten bevatten zoals toegevoegde suiker.
3. Volkorentarwe eten
De laatste decennia is het bewustzijn met betrekking tot de schadelijke effecten van geraffineerde tarwe enorm gegroeid. Maar volkorentarwe wordt vaak ten onrechte als gezond beschouwd. Het probleem is dat volkorentarwe meestal niet ‘volkoren’ is….de korrels zijn verpulverd tot zeer fijn meel. Dit zorgt ervoor dat het snel verteerbaar is en het kan het bloedsuikerniveau net zo snel laten stijgen als de geraffineerde variant (5).
Tarwe bevat ook veel gluten, een eiwit waar veel mensen gevoelig voor zijn. Het kan bijdragen aan verschillende vervelende symptomen zoals spijsverteringsproblemen, pijn, vermoeidheid en onregelmatige stoelgang (6, 7, 8, 9). Er is ook veel onderzoek dat tarweconsumptie in verband brengt met ernstige ziektes, inclusief schizofrenie, autisme en cerebellaire ataxie. Eén onderzoek toont een sterke toename in cholesterol bij mensen die volkorentarwe eten (10, 11, 12, 13).
Zeggen dat volkorentarwe beter is dan geraffineerde is net als zeggen dat filtersigaretten beter zijn dan ongefilterde. Als je die logica volgt, zou iedereen filtersigaretten moeten roken vanwege de gezondheidsvoordelen. Dat kan niet kloppen.
Kortom: Volkorengraan wordt vaak ten onrechte verondersteld gezond te zijn, maar onderzoek toont aan dat het kan bijdragen aan verschillende gezondheidsproblemen.
4. Niet zoveel mogelijk echt, onbewerkt voedsel eten
Als het om een optimale gezondheid gaat, verliezen mensen zich nogal eens in details. Ze zien door de bomen het bos niet meer. Hoewel voedingskunde als universitaire studie ongelofelijk ingewikkeld kan zijn, zou gezond eten simpel moeten zijn en dat is het ook!
Vergeet niet dat de mensheid en hun voorouders miljoenen jaren in staat zijn geweest om te overleven en gezond te blijven. Toch weten wij pas sinds kort iets over calorieën, vitamines, macronutriënten en dat soort dingen. Dat we dit weten heeft ons NIET gezonder gemaakt.
Wat gezonde, niet-industriële samenlevingen gemeen hebben is dat ze echt, onbewerkt voedsel eten dat lijkt op hoe het er in de natuur al uitzag. Meerdere onderzoeken hebben dit soort samenlevingen bestudeerd en daar kwam uit dat westerse, leefstijl-gerelateerde ziektes zoals obesitas, diabetes II en hart- en vaatziektes bijna compleet afwezig zijn (14, 15).
Als het eruit ziet alsof het in een fabriek is gemaakt, eet het dan niet!
Kortom: het is heel belangrijk om gewoon echt, onbewerkt voedsel te eten. Vermijd spul dat eruit ziet alsof het uit de fabriek komt.
5. Niet genoeg eiwitten eten
Gezondheidsautoriteiten staan een relatief lage eiwitinname voor. Ze zeggen dat we ongeveer 56 gram per dag voor mannen en 46 gram per dag voor vrouwen zouden moeten aanhouden. Maar hoewel dit kleine beetje misschien genoeg is om een echt tekort te voorkomen, is het niet genoeg voor een optimale gezondheid. Onderzoeken hebben aangetoond dat een hogere eiwitinname goed kan zijn voor de lichaamssamenstelling, vooral bij mensen die lichamelijk actief zijn (16, 17). Eiwit is ook verreweg het meest vullende macronutriënt en je lichaam verbruikt heel wat calorieën bij het omzetten ervan. Daarom kan het toevoegen van eiwit aan je dieet helpen om gewicht te verliezen zonder er je best voor te hoeven doen (18, 19, 20).
Kortom: De meeste mensen krijgen niet genoeg eiwitten binnen. Een verhoogde eiwitinname kan de vetverbranding stimuleren, de eetlust remmen en de gezondheid op verscheidene manieren bevorderen.
6. Bang zijn om vet te eten
Vroeger, in de jaren 60 en 70, geloofden veel wetenschappers dat verzadigd vet een hoofdoorzaak was voor hart- en vaatziekten. Dit idee vormde de basis van het vetarme, koolhydraatrijke dieet….dat alle Amerikanen werd aangeraden sinds 1977.
Vanaf dat moment hebben vele onderzoeken aangetoond dat het vetarme dieet gewoon niet werkt. Het leidt niet tot gewichtsverlies of een lager risico op hartziektes of kanker (21, 22, 23). Over de afgelopen decennia hebben vele studies de gezondheidseffecten van verzadigde vetten bestudeerd. Ze tonen allemaal aan dat deze vetten onschadelijk zijn. Ze verhogen HDL (het ‘goede’) cholesterol en veranderen het ‘slechte’ LDL in een goedaardig subtype. Verzadigd vet verhoogt NIET het risico op hart- en vaatziektes (24, 25, 26, 27).
De vetten die je wel moet vermijden zijn door de mens gefabriceerde transvetten en geraffineerde plantaardige oliën zoals maïs-, soja- en andere oliën. Er is geen reden om voedsel te vermijden dat van nature een hoog gehalte aan verzadigd vet bevat. Dit omvat dus boter, kokosolie, eieren en rood vlees…dit zijn prima gezonde voedingsmiddelen!
Kortom: Uit onderzoek blijkt dat verzadigd vet onschadelijk is en dat het vetarme dieet dat door de gevestigde voedingsmiddelenbedrijven wordt gepromoot niet werkt.
7. De eierdooiers weggooien
‘Als het leven je eieren geeft, eet dan die verdomde dooiers.’ Mark Shields
Voedingsdeskundigen hebben een uitmuntende staat van dienst als het gaat om het verdacht maken van prima, gezond voedsel. Misschien is het ergste voorbeeld wel dat van eieren…..die toevallig een grote hoeveelheid cholesterol bevatten. Om die reden – veel cholesterol – werd geadviseerd om de consumptie van eieren te verminderen. Maar onderzoek laat zien dat cholesterol in het dieet nauwelijks een toename van bloedcholesterol veroorzaakt en dat eieren het risico op hart- en vaatziektes NIET laten stijgen (28, 29, 30).
We hebben hier te maken met één van de meest voedzame voedingsmiddelen op aarde. Eieren zitten vol met vitamines, mineralen, eiwitten van goede kwaliteit, gezonde vetten en verschillende voedingsstoffen die belangrijk zijn voor de ogen en hersenen (31, 32).
Vergeet niet dat dit alleen geldt voor hele eieren. Bijna alle voedingsstoffen zitten in de dooier; het wit bevat alleen maar eiwit! De dooiers weggooien en alleen het eiwit eten is zo ongeveer het ergste dat je kunt doen.
Kortom: Eieren zijn bijzonder voedzaam, maar bijna alle voedingsstoffen zitten in de dooier. Hoewel ze veel cholesterol bevatten, zorgen eieren niet voor een toename van slecht cholesterol in het bloed of voor meer risico op hartziekte.
8. Denken dat het alleen om calorieën gaat
Er bestaat een enorme misvatting, namelijk dat als het om gewicht gaat – of gezondheid in zijn algemeenheid trouwens – alleen calorieën ertoe doen. Hoewel calorieën (de energie die we innemen en verbruiken) belangrijk zijn, zijn ze bepaald niet het enige dat van belang is. De waarheid is dat verschillende soorten voeding en macronutriënten verschillende stofwisselingsroutes hebben, die honger en hormonen op verschillende manieren kunnen beïnvloeden (33, 34, 35).
Hoewel het gewoonweg tellen van calorieën en controle over de portiegrootte bij veel mensen wel werkt, zijn er vele anderen bij wie deze methode mislukt. Voor sommigen is het veel beter om zich op de voor hen geschikte soorten voedsel en macronutriënten te richten – om daarmee de honger en hormonen zodanig in balans te krijgen dat het lichaam vanzelf gewicht wil verliezen. Minder suiker en koolhydraten eten en meer eiwitten en vetten kan helpen bij gewichtsverlies zonder dat ook maar een calorie hoeft te tellen (36, 37).
Kortom: Bij gewichtsverlies en gezondheid gaat het over meer dan alleen calorieën. Verschillende soorten voedsel hebben zeer verschillende effecten op honger, hormonen en gezondheid.
9. Minder zout (natrium)
Voedingsorganisaties vertellen ons steeds om zout in het dieet te verminderen. Dit zou de bloeddruk verlagen en ons risico op hart- en vaatziektes verminderen.
Dit werkt echter niet. Hoewel zoutbeperking een kleine daling in de bloeddruk kan veroorzaken, toont onderzoek aan dat dit niet het risico op hartziektes, beroertes of overlijden vergroot (38). Een te sterke vermindering kan zelfs leiden tot nadelige effecten zoals insulineresistentie of verhoogd cholesterol en triglyceriden (39, 40, 41). De grootste bron van zout in het dieet is bewerkt voedsel. Als je toch al sterk bewerkt voedsel vermijdt, dan is er geen reden om niet wat zout toe te voegen aan je eten om het lekkerder te maken. Als de ‘experts’ het voor het zeggen hadden, zouden we allemaal flauw, smakeloos voedsel eten zonder enig bewijs dat het echt de gezondheid ten goede komt.
Kortom: Hoewel het de bloeddruk enigszins kan laten dalen, leidt zoutbeperking niet tot een verbeterde gezondheid. Zout vermijden is totaal onnodig voor de meeste mensen. (Tip: kies voor echt Keltisch Zeezout).
10. Teveel maaltijden eten
Veel mensen denken blijkbaar dat het goed is om 5 à 6 kleine maaltijden per dag te eten. Ze zeggen dat je ’s morgens een ontbijt nodig hebt om je ‘spijsvertering op gang te brengen’ en eten dan regelmatig over de dag verspreid om ‘de stofwisselingsvlam op te stoken’. Het is waar dat eten je stofwisselingssnelheid wat kan verhogen tijdens het verteren en omzetten van het voedsel. Maar wat er echt toe doet is de totale hoeveelheid voedsel, NIET het aantal maaltijden. Deze mythe is echt keer op keer getest en weerlegd. In gecontroleerde onderzoeken waarbij de ene groep veel kleine maaltijden eet en de andere minder en grotere, is geen verschil tussen de groepen gevonden (42, 43). Waar het om gaat, is dat het niet natuurlijk voor het menselijk lichaam is om constant in ‘gevoede’ staat te verkeren. Het lichaam is goed uitgerust om met korte periodes van honger om te gaan en er zijn studies die aantonen dat een reparatieproces op celniveau, genaamd autofagie, zich gaat voordoen als we korte tijd vasten (44, 45).
Kortom: Zo vaak eten is helemaal niet nodig en erg onhandig. Er is geen bewijs dat het tot verbeterde uitkomsten leidt.
11. Teveel ‘gezondheidsvoedsel’ eten
Elk jaar worden meer en meer mensen ‘gezondheidsbewust’. Daarom is de laatste decennia ook de markt voor zogenaamd gezondheidsvoedsel snel gegroeid. Reclamemakers hebben dit gemerkt en zij hebben allerlei voedsel op de markt gebracht dat geacht wordt gezond te zijn. Op deze voedingsmiddelen staan etiketten als ‘biologisch’ en ‘glutenvrij’. Het probleem met veel van deze voeding is dat het vaak helemaal niet gezond is. Biologische suiker is nog steeds suiker en glutenvrij junkfood is nog steeds junkfood. Je kunt het best bewerkte, verpakte voedingsmiddelen vermijden…zelfs als ze in het ‘gezond voedsel’-schap staan. Als op de verpakking staat dat het gezond is, dan is dat waarschijnlijk niet waar (met toestemming vertaald).
Hoeveel weet jij over gezondheid? Doe de kennistest over voeding in 30 vragen!