Discussies over de juiste voeding voor mensen lopen snel hoog op, vooral als het gaat om het eten van vlees. Er zijn allerlei argumenten vóór en tegen het eten van vlees te horen, gebaseerd op verschillende evolutionaire, biologische of ethische overwegingen. Afhankelijk van wie je het vraagt en welke levenservaringen ze hebben opgedaan, kun je een antwoord krijgen dat varieert van vrij algemeen tot uiterst persoonlijk. Dit artikel onderzoekt de verschillende manieren waarop de vraag of mensen vlees moeten eten wordt beantwoord.
Is ons lichaam ontworpen om vlees te eten?
Om te overleven en te gedijen, passen levende wezens zich voortdurend aan aan de veranderende omstandigheden, leefgebieden en beschikbaarheid van voedsel. DNA-bewijsmateriaal dat 300.000 jaar teruggaat, suggereert dat de mens zich voortdurend heeft ontwikkeld en aangepast aan zijn omgeving (1). Aangezien de mens dus altijd reageert op de omgevingsomstandigheden, houdt de logica dat je lichaam oorspronkelijk is ontworpen om een bepaald voedsel te eten en zich daaraan moet houden, geen stand. Aangenomen wordt dat de voorouders van alle dieren, met inbegrip van zoogdieren, carnivoren (vleeseters) waren. Tegenwoordig zijn echter talloze dieren herbivoor (planten- of graseter) (2). De structuur van je gebit toont eigenlijk aan dat de mens een omnivoor is, dat wil zeggen dat we zowel dieren als planten kunnen eten (3). Je goed ontwikkelde snijtanden – de voorste vier tanden – kiezen en premolaren (‘valse kiezen’) zijn als de tanden van herbivoren, bedoeld om planten door te snijden en te vermalen, terwijl je hoektanden – de scherpe tanden naast de snijtanden – lijken op die van carnivoren, bedoeld om vlees te verscheuren.
Kortom: De mens is geëvolueerd tot een omnivoor, die zowel dieren als planten eet om te overleven. Dit evolutionaire feit betekent echter niet dat je vlees moet eten.
Wat zegt de biologie?
In het algemeen kan de mens zaden, fruit, groenten, wortels en vele andere plantendelen eten. Ons lichaam is echter niet in staat om ze allemaal volledig te verteren. De buitenste laag van elke plantencel is de celwand, die bestaat uit vezelachtige verbindingen zoals cellulose, hemicellulose, en ligninen. Je kunt deze vezelachtige verbindingen niet verteren, omdat het noodzakelijke enzym cellulase ontbreekt (4). Herbivoren zoals koeien, geiten en herten kunnen cellulase ook niet zelf produceren. Zij hebben echter vriendelijke darmbacteriën die het voor hen produceren, terwijl mensen dergelijke darmbacteriën niet hebben (5, 6). Ons lichaam produceert echter wel alle enzymen, zoals protease en lipase, die nodig zijn voor de afbraak en opname van vlees (7). Evolutionair gezien hangt de omvang van het spijsverteringskanaal van elk dier af van twee factoren: het dieet en de darmmicroben. Hoe calorierijker het dieet (zoals dat van carnivoren), hoe minder tijd en microbiële hulp nodig is voor vertering en absorptie – vandaar de kortere darmen bij carnivoren (8). Het dieet van herbivoren bestaat daarentegen uit planten, waarvan de caloriedichtheid veel kleiner is. Daarom moeten herbivoren grotere hoeveelheden van deze voedingsmiddelen eten om aan hun dagelijkse caloriebehoeften te voldoen, en moet hun spijsverteringsstelsel harder werken om de voedingsstoffen eruit te halen – vandaar de langere darmen bij herbivoren. Als omnivoren zijn mensen in staat zowel vlees als planten te eten en te verteren, dus de lengte van onze darmen zit daar ergens tussenin (9, 10).
Kortom: Biologisch gezien is de mens in staat zowel vlees als planten te eten en te verteren, hoewel ons lichaam bepaalde plantendelen niet kan verteren.
Is het eten van vlees uit voedingsoogpunt noodzakelijk?
Planten leveren bepaalde voedingsstoffen niet die dierlijke producten wel leveren. Een van die essentiële voedingsstoffen die je niet uit planten kunt halen is vitamine B12, die nodig is voor de normale werking van het zenuwstelsel en de vorming van rode bloedcellen (11, 12). Daarom krijgen mensen die een dieet volgen dat alle dierlijke producten uitsluit, het advies om vitamine B12-supplementen te nemen. Andere voedingsstoffen, zoals creatine, vitamine D3, en omega 3-vetzuren zoals docosahexaeenzuur (DHA), ontbreken ook in een plantaardig dieet. Toch kan je lichaam er wel kleine hoeveelheden van produceren, dus je hoeft niet alleen op je voeding te vertrouwen om ze binnen te krijgen (13). Dit lichaamsproces is echter niet erg efficiënt. Bovendien blijkt uit studies dat veganisten en vegetariërs lagere bloedwaarden hebben van omega 3, zoals eicosapentaeenzuur (EPA) en DHA – daarom worden omega 3-supplementen op basis van algen meestal aanbevolen (14, 15, 16, 17). Bovendien is vlees niet de enige bron van creatine of vitamine B12 en D3. Lacto-vegetarische diëten met zuivel, ovo-vegetarische diëten met eieren, en pescatarische diëten met vis leveren deze voedingsstoffen ook. Toch is het mogelijk dat vegetariërs en veganisten niet genoeg ijzer binnenkrijgen, omdat plantaardig voedsel dit mineraal slechts in kleine hoeveelheden bevat (18, 19, 20). Denk er dus omdat je goed moet plannen als je veganistisch of vegetarisch eet, om tekorten aan voedingsstoffen te voorkomen. Andere voedingsstoffen die bij een dergelijk dieet moeilijk te verkrijgen kunnen zijn, zijn eiwitten, jodium, zink en calcium (21, 22, 23, 24).
Gezondheidseffecten van omnivore versus plantaardige voedingspatronen
Het is belangrijk te onthouden dat er ook nadelen zitten aan het eten van bepaalde soorten vlees. Bewerkt vlees kan in verband worden gebracht met een licht verhoogd risico op dikkedarmkanker – hoewel ook andere factoren een rol kunnen spelen – en een te hoge vleesinname wordt in verband gebracht met een verhoogd risico op overlijden door alle oorzaken (25, 26, 27, 28). Aan de andere kant wordt steeds weer aangetoond dat vegetarische en veganistische diëten beschermen tegen hartziekten. Ze kunnen ook helpen beschermen tegen kanker, hoewel huidige onderzoeksresultaten gemengd zijn (29, 30, 31, 32). Hoewel je met een plantaardig dieet de meeste voedingsstoffen binnenkrijgt die je nodig hebt, zijn een goede maaltijdplanning en supplementen essentieel (33).
Kortom: Ook al levert vlees bepaalde voedingsstoffen die planten niet leveren, vlees eten is niet noodzakelijk voor je gezondheid of om te overleven. Met de juiste planning en supplementen, kan een plantaardig dieet de voedingsstoffen leveren die je lichaam nodig heeft.
Is vlees een deel van je eetcultuur?
Het voedsel en de gerechten die aan je zijn doorgegeven door je gemeenschap, familie en voorouders worden vaak cultureel voedsel genoemd. Vlees is een integraal onderdeel van vele eetculturen over de hele wereld. Of een bepaalde cultuur bepaald voedsel eet, wordt bepaald door omstandigheden zoals hun omgeving, religieuze overtuigingen en het plaatselijke planten- en dierenleven. Het is niet meer dan normaal dat mensen zich aan voedsel hechten. Als vlees een integraal onderdeel van je cultuur is, kan het ook een centraal onderdeel van je identiteit worden. Het begrijpen van de gebruiken en tradities van je grotere eetcultuur kan belangrijk voor je voelen om goed te gedijen, goed te eten, en je te verbinden met je wortels – en dit zijn volkomen geldige redenen om bepaalde voedingsmiddelen wel of niet te eten (34).
Kortom: Het al dan niet eten van vlees is een essentieel aspect van sommige culturen. Bijgevolg kan het volgen van culturele normen rond voedingsgewoonten voor sommige mensen zeer belangrijk zijn.
Om te onthouden
Gezonde volwassenen zijn in staat vlees te eten en volledig te verteren. Vanuit voedingskundig en biologisch oogpunt kun je echter ook zonder. Maar tegelijkertijd zijn mensen ook sociale dieren wier opvattingen over het eten van vlees ook afhangen van hun culturele en religieuze normen. Als je benieuwd bent of je vlees moet eten, weet dan dat er geen goed of fout antwoord is. Misschien voel je je aangesproken door argumenten ten gunste van veganistische of vegetarische diëten – of misschien wil je leren om vleesgerechten te bereiden die je ouders vroeger voor je maakten. Uiteindelijk is het een individuele keuze of je vlees eet (met toestemming vertaald).