Het Nutri-Score logo wint het laatste jaar in rap tempo terrein, maar wordt desondanks niet door iedereen met evenveel enthousiasme ontvangen. Een groot struikelblok voor de invoering is dat de score niet altijd overeenkomt met de richtlijnen. Om de criteria van het voedselkeuzelogo beter te laten aansluiten bij de nationale voedingsaanbevelingen in de deelnemende landen, heeft het internationale wetenschappelijke Nutri-Score comité de criteria verder verfijnd. Dit heeft geleid tot een voorstel voor een update van het algoritme. De Gezondheidsraad zal op basis hiervan een advies uitbrengen aan de Nederlandse regering, wat later dit jaar zal worden meegenomen bij het maken van een besluit over de invoering van de Nutri-Score in ons land.
De criteria van de Nutri-Score zijn in enkele opzichten een stukje strenger gemaakt. De hoeveelheid suiker en zout die mogen worden geconsumeerd zijn onder meer aan banden gelegd. Ook wordt er een duidelijker onderscheid gemaakt tussen zowel volkoren en geraffineerde graanproducten als gezoete en ongezoete zuivelproducten. Vette vis en oliën met minder verzadigd vet (zoals olijfolie, koolzaadolie en walnootolie) scoren door extra aanpassingen beter dan voorheen. Daarnaast zijn noten en zaden verplaatst van de productcategorie groenten, fruit en peulvruchten naar de categorie vetten en oliën. En als laatste wordt er nu onderscheid gemaakt tussen rood en wit vlees, waarbij wit vlees beter scoort dan rood vlees. Vis heeft in de nieuwe richtlijnen een plusje gekregen en vlees een minnetje. Door deze aanpassingen zal de score van het logo meer in lijn zijn met de Nederlandse schijf van vijf.
Het Nutri-Score voedselkeuze logo is oorspronkelijk in Frankrijk ontwikkeld. Op basis van parameters die in het algoritme zijn opgenomen, geeft het Nutri-Score logo een algemene evaluatie van de nutritionele samenstelling van voedingsmiddelen. Voor elk product wordt eerst de verhouding tussen negatieve en positieve bestanddelen beoordeeld. De componenten in het product die voor een lage score kunnen zorgen zijn de hoeveelheid energie, suiker, verzadigd vet en zout. De hoeveelheid groenten, fruit, noten, peulvruchten, vezels en eiwitten hebben een positieve invloed. Per categorie worden de punten bij elkaar opgeteld. De minder gunstige voedingsstoffen worden N genoemd en de gunstige voedingsstoffen P. De score wordt berekend door het cijfer P van N af te trekken, dus met andere woorden: de Nutri-Score is N minus P. De waardes van de positieve groep loopt tot -15 en van de negatieve groep tot +40. Dit is in eerste instantie contra-intuïtief, maar omdat de score uiteindelijk wordt omgerekend naar een totaalscore die loopt van A (gezondst) t/m E (ongezondst), is de tussenstap voor de eindconsument niet van belang. A krijgt in deze schaal de kleur donkergroen en bevat producten die thuishoren in een evenwichtig dieet. Dan loopt de score van lichtgroen (B), geel (C) en oranje (D) naar donkerrood (E). Deze laatste wil zeggen dat het product niet regelmatig thuishoort in een evenwichtig dieet.
Nederland werkt samen met andere landen aan de mogelijke invoering van de Nutri-Score als voedselkeuzelogo. Zo is er niet alleen nauw contact met Frankrijk, maar ook België, Luxemburg, Duitsland en Spanje. Prof. Joline Beulens (Amsterdam UMC) en Dr. Elisabeth Temme (RIVM) vertegenwoordigen Nederland in het internationale wetenschappelijke comité van Nutri-Score.
Tegen het einde van dit jaar wil de Commissie een gestandaardiseerde, verplicht gebruik van de Nutri-Score voorstellen, met als doel de consument in staat te stellen voedingsbewuste beslissingen te nemen.
De Wetenschappelijke Stuurgroep heeft al publiekelijk verklaard dat het Nutri-Score algoritme in hun ogen goed functioneert. De meest recente wijzigingen werden op 29 juni goedgekeurd en bieden hiermee ruimte voor verbetering binnen enkele productgroepen, waardoor de Nutri-Score hopelijk definitief kan worden goedgekeurd voor officieel gebruik. Op dit moment is het label nog niet in ons land verplicht, maar daar komt binnenkort dus mogelijk verandering in. Het logo wordt op dit moment nog vrijwillig door de levensmiddelenindustrie gehanteerd en is daardoor sinds begin dit jaar steeds vaker te zien op producten in de Nederlandse supermarkten (bronnen: NieuwOogst, NvD, FoodNavigator).