Uit nieuw onderzoek van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) is gebleken dat veel zonnebrandcrèmes in de praktijk een stuk minder UV-bescherming bieden dan de fabrikanten beweren op de verpakking. De claims kloppen simpelweg niet met de werkelijkheid.
Bij het testen van de beschermingsfactor (SPF) in het laboratorium wordt standaard een veel dikkere laag zonnebrand gebruikt dan mensen in het dagelijks leven daadwerkelijk smeren. Het RIVM heeft ontdekt dat bij de laboratoriumtests maar liefst 2 milligram zonnebrand per vierkante centimeter huid wordt gebruikt. Gemiddelde consumenten brengen echter slechts 0,5 milligram per vierkante centimeter aan.
Deze enorme discrepantie kan verstrekkende gevolgen hebben. Een zonnebrandcrème met SPF50 zou volgens de verpakking 50 keer zo lang moeten beschermen tegen verbranding als zonder enige bescherming. Maar in de werkelijkheid kan iemand met SPF50 slechts 7 keer zo lang in de zon zitten zonder te verbranden. Voor SPF30 en SPF20 is dat respectievelijk 4 en 2 keer zo lang – verre van wat beloofd wordt.
Het RIVM waarschuwt nadrukkelijk dat een verbrande huid het risico op huidkanker aanzienlijk verhoogt. Het instituut roept dan ook op om jezelf voortaan extra goed in te smeren, regelmatig de schaduw op te zoeken en nooit blind te vertrouwen op de claims op de verpakking. Die kloppen simpelweg niet met de realiteit. Het RIVM pleit voor strengere Europese regelgeving, zodat de zonnebrandindustrie niet langer de consument kan misleiden met claims over beschermingsfactoren (bronnen: RIVM, Nu.nl).