Antibiotica bieden een krachtige bescherming tegen bacteriële infecties. Ze kunnen echter voor vervelende bijwerkingen zorgen, zoals diarree en leverschade. Sommige voedingsmiddelen verminderen deze bijwerkingen, terwijl andere ze verergeren. Dit artikel legt uit wat je wel en niet moet eten tijdens en na een antibioticakuur.
Wat zijn antibiotica?
Antibiotica zijn medicijnen om bacteriële infecties te bestrijden. Ze werken door de infectie te stoppen of te voorkomen dat deze zich verspreidt. Er zijn veel verschillende soorten antibiotica. Sommige zijn breedspectrum, wat betekent dat ze bij een breed scala aan ziekmakende bacteriën kunnen worden ingezet. Andere soorten zijn gemaakt om specifieke bacteriën te doden. Antibiotica zijn heel belangrijk en effectief in het behandelen van ernstige infecties. Ze kunnen echter ook voor negatieve bijwerkingen zorgen. Overmatig gebruik van antibiotica kan je lever beschadigen. Een studie heeft aangetoond dat antibiotica de meest voorkomende oorzaak kan zijn van leverschade (1, 2). Antibiotica kan ook negatieve effecten hebben op de miljarden bacteriën en andere microben in je darmen. Deze bacteriën staan bekend als de darmflora. Behalve dat antibiotica ziekmakende bacteriën doden, kunnen ze ook goede bacteriën doden (3, 4, 5). De inname van te veel antibiotica kan het aantal en type darmbacteriën drastisch veranderen, vooral als je jonger bent (6, 7, 8). Slechts een antibioticakuur van één week kan de samenstelling van de darmflora een jaar lang veranderen (9). Sommige studies hebben aangetoond dat veranderingen in de darmflora door overmatig antibioticagebruik in de jonge jaren zelfs het risico op gewichtstoename en obesitas kan verhogen (10). Verder kunnen te veel antibiotica leiden tot antibioticaresistentie, waardoor ze niet langer op effectieve wijze ziekmakende bacteriën doden (11). Tot slot kunnen antibiotica zorgen voor bijwerkingen in de darmen zoals diarree, door veranderingen in de darmflora (12).
Kortom: Antibiotica spelen een belangrijke rol in de behandeling van infecties. Bij overmatig gebruik ervan kunnen ze langdurige veranderingen in de darmflora teweegbrengen en bijdragen aan leverschade.
Neem probiotica gedurende en na de behandeling
Het nemen van antibiotica kan de darmflora veranderen en kan leiden tot antibiotica gerelateerde diarree, vooral bij kinderen. Het goede nieuws is dat een aantal studies heeft aangetoond dat het nemen van probiotica, of levende gezonde bacteriën, het risico hierop kan verlagen (13, 14). Een review van 23 studies met bijna 400 kinderen ondervond dat het nemen van probiotica tegelijkertijd met antibiotica het risico op diarree met meer dan 50 procent kan verlagen (15). Een grotere review van 82 studies onder 11000 mensen ondervond gelijkende resultaten bij zowel volwassenen als kinderen (16). Vooral de probiotica Lactobacilli en Saccharomyces bleken effectief. Aangezien probiotica zelf ook bacteriën zijn kunnen ze worden gedood door de antibiotica als je ze tegelijkertijd neemt. Houd daarom een aantal uren tussen het nemen van beide kuren in. Neem probiotica na de antibiotica zodat ze een aantal van de goede darmbacteriën die zijn gedood kunnen herstellen. Een studie toonde aan dat probiotica de darmflora naar de oorspronkelijke samenstelling kan herstellen na ontwrichting, zoals bij een antibioticakuur (17). Als je probiotica neemt na de antibiotica kun je het beste een mix van verschillende soorten probiotica nemen, in plaats van slechts één.
Kortom: Het nemen van probiotica gedurende een antibioticabehandeling kan het risico op diarree verlagen, alhoewel er een aantal uren tussen het nemen van beide moet zitten. Probiotica kunnen de darmflora helpen herstellen na de antibioticakuur.
Eet gefermenteerde voeding
Bepaalde voedingsmiddelen kunnen ook de darmflora helpen herstellen na schade door antibiotica. Gefermenteerde voeding is geproduceerd door microben en kan onder andere yoghurt, kaas, zuurkool, kombucha en kimchi zijn. Ze bevatten een aantal gezonde bacteriesoorten, zoals Lactobacilli, die de darmflora kunnen helpen herstellen na een antibioticakuur. Studies hebben aangetoond dat mensen die yoghurt of karnemelk nemen meer Lactobacilli hebben in hun darmen en minder van de ziekmakende bacteriën, zoals Enterobacteriën en Bilophila wadsworthia (18, 19, 20). Kimchi en gefermenteerde sojamelk hebben gelijkende gunstige effecten en kunnen zorgen voor gezonde darmbacteriën, zoals Bifidobacteriën (21, 22). Neem daarom gefermenteerde voeding om je darmflora na de antibiotica te verbeteren. Andere studies hebben ook aangetoond dat gefermenteerde voeding gunstig kan zijn tijdens en na de antibioticakuur. Sommige wezen uit dat het nemen van normale yoghurt of yoghurt met toegevoegde probiotica diarree door antibiotica kan verminderen (23, 24, 25).
Kortom: Gefermenteerde voeding bevat gezonde bacteriën, zoals Lactobacilli, die schade aan de darmflora door antibiotica kunnen herstellen. Yoghurt kan ook het risico op diarree door antibiotica verminderen.
Eet vezelrijke voeding
Vezels kunnen niet door het lichaam worden verteerd, maar wel door je darmbacteriën, wat hun groei helpt stimuleren. Vezels kunnen daardoor gezonde darmbacteriën helpen herstellen na een antibioticakuur.
Vezelrijke voedingsmiddelen zijn:
- Volkoren granen (havermout, volkoren brood, bruine rijst)
- Noten
- Zaden
- Bonen
- Linzen
- Bessen
- Broccoli
- Erwten
- Bananen
- Artisjok
Studies hebben aangetoond dat vezelrijke voeding niet alleen de groei van gezonde darmbacteriën bevordert, het vermindert ook de groei van sommige schadelijke bacteriën (26, 27, 28). Vezelrijke voeding kan echter ook het legen van de maag vertragen. Hierdoor wordt de opname van medicijnen eveneens vertraagd (29). Je kunt daarom beter vezelrijke voeding vermijden tijdens de kuur en het vooral na de kuur veel eten.
Kortom: Vezelrijke voeding zoals volkoren granen, bonen, fruit en groenten kan de groei van gezonde darmbacteriën bevorderen. Eet het vooral na de antibioticakuur en niet tijdens, aangezien vezels de opname van antibiotica kunnen verminderen.
Eet prebiotica
In tegenstelling tot probiotica, wat levende microben zijn, voeden prebiotische voedingsmiddelen de goede darmbacteriën. Veel vezelrijke voeding is prebiotisch. De vezels worden verteerd en gefermenteerd door de gezonde darmbacteriën, zodat ze kunnen groeien (30). Andere voedingsmiddelen zijn echter niet vezelrijk maar werken prebiotisch door de groei van gezonde darmbacteriën te bevorderen, zoals Bifidobacteriën. Rode wijn bevat bijvoorbeeld veel polyfenolen, die niet door onze cellen worden verteerd maar door de darmbacteriën. Een studie ondervond dat de consumptie van polyfenolextracten van rode wijn gedurende vier weken de hoeveelheid Bifidobacteriën aanzienlijk verhoogt en de bloeddruk en cholesterol verlaagt (31). Cacao bevat eveneens polyfenolen die gunstige prebiotische effecten hebben op de darmflora. Een aantal studies heeft aangetoond dat polyfenolen van cacao ook het aantal gezonde Bifidobacteriën en Lactobacillus kunnen verhogen en ongezonde bacteriën verminderen, zoals Clostridia (32, 33). Het eten van prebiotische voeding na de antibiotica kan de groei van de goede darmbacteriën bevorderen die hierdoor zijn beschadigd.
Kortom: Prebiotica zitten in voedingsmiddelen die de groei van gezonde darmbacteriën helpen bevorderen en de darmflora na een antibioticakuur kunnen herstellen.
Vermijd bepaalde voeding die de effectiviteit van antibiotica vermindert
Terwijl sommige voedingsmiddelen gunstig zijn tijdens en na een antibioticakuur, moeten sommige worden vermeden. Studies hebben bijvoorbeeld aangetoond dat het schadelijk kan zijn om grapefruit en grapefruitsap te nemen als je aan bepaalde medicijnen zit, zoals antibiotica (34, 35). Dit komt doordat grapefruitsap en veel medicijnen worden afgebroken door een enzym genaamd cytochroom P450. Het eten van grapefruit tijdens een antibioticakuur kan ertoe leiden dat de medicijnen niet goed worden afgebroken. Dit kan schadelijk zijn voor je gezondheid. Een onderzoek met zes gezonde mannen wees uit dat het drinken van grapefruitsap terwijl je de antibiotica erytromycine neemt de hoeveelheid antibiotica in het bloed verhoogt, vergeleken met degenen die het met water dronken (36). Voeding verrijkt met calcium kan ook de antibiotica opname beïnvloeden. Volgens onderzoek kan voeding verrijkt met calcium de opname van verschillende antibioticasoorten verminderen, waaronder ciprofloxacine en gatifloxacine (37, 38). Andere studies hebben aangetoond dat voeding met calcium zoals yoghurt niet hetzelfde belemmerende effect heeft (39). Het kan erop wijzen dat alleen voeding die is verrijkt met hoge doses calcium vermeden moet worden wanneer je aan de antibiotica zit.
Kortom: Zowel grapefruit als voeding verrijkt met calcium kunnen invloed hebben op de opname van antibiotica in het lichaam. Je kunt deze voeding het beste mijden tijdens een antibioticakuur.
Tot slot
Antibiotica zijn belangrijk wanneer je een bacteriële infectie hebt. Ze kunnen helaas soms voor bijwerkingen zorgen, zoals diarree, leverziekte en veranderingen in de darmflora. Het nemen van probiotica tijdens en na een antibioticakuur kan het risico op diarree verminderen en je darmflora herstellen naar een goede gezondheid. Verder kan het eten van vezelrijke, gefermenteerde en prebiotische voeding na het nemen van antibiotica helpen om je darmflora te herstellen. Wel kun je beter grapefruit en met calcium verrijkte voeding vermijden, aangezien deze de opname van antibiotica beïnvloeden (met toestemming vertaald).