Te veel buikvet is slecht voor de gezondheid. Het vormt een risicofactor voor ziektes als het metabool syndroom, type 2 diabetes, hartziekte en kanker (1). De medische term voor ongezond buikvet is visceraal vet, wat verwijst naar vet dat de lever en andere organen in je buik omringt. Zelfs mensen met een normaal gewicht en te veel buikvet hebben een verhoogd risico op gezondheidsproblemen (2). Hier volgen twaalf dingen die buikvet kunnen veroorzaken.
1. Suikerrijk eten en drinken
Veel mensen consumeren dagelijks meer suiker dan ze beseffen. Voorbeelden van suikerrijke voeding zijn gebak en snoepgoed, maar ook de zogenaamd gezondere opties, zoals brood en fruityoghurt. Frisdrank, koffie en thee zijn een aantal van de populairste drankjes waarin suiker wordt gedaan. Observatieonderzoeken hebben een verband gevonden tussen een hoge suikerinname en overmatig buikvet. Dit is voor een groot deel te wijten aan de hoge fructosewaarde van toegevoegde suikers (3, 4, 5). Zowel gewone suiker als graanstropen bevatten veel fructose. Gewone suiker bevat 50 procent en maïsstroop 55 procent fructose. Bij een gecontroleerd onderzoek onder mensen met overgewicht en obesitas die 25 procent van de calorieën in de vorm van fructose bevattende drankjes consumeerden was er een daling in de insulinegevoeligheid en een verhoging van het buikvet (6). Een ander onderzoek rapporteerde een vermindering in de vetverbranding en spijsvertering bij mensen die een gelijksoortig fructoserijk voedingspatroon volgden (7). Hoewel te veel suiker in welke vorm dan ook tot gewichtstoename kan leiden, zijn suikerrijke dranken met name de boosdoeners. Met frisdrank en andere zoete drankjes krijg je in een korte tijd grote hoeveelheden suiker binnen. Daarbij hebben onderzoeken aangetoond dat vloeibare calorieën niet hetzelfde effect hebben op de eetlust als calorieën van vast voedsel. Als je calorieën drinkt raak je niet verzadigd en compenseer je de calorie inname niet door minder te gaan eten (8, 9).
Kortom: Het regelmatig consumeren van suikerrijk eten en drinken kan buikvet veroorzaken.
2. Alcohol
Alcohol kan zowel positieve als negatieve effecten met zich meebrengen. Wanneer het met mate wordt gedronken, met name in de vorm van rode wijn, kan dit het risico op een hartaanval of beroerte verminderen (10). Te veel alcohol kan echter leiden tot ontsteking, leverziekte en andere gezondheidsproblemen (11). Sommige onderzoeken hebben aangetoond dat alcohol de vetverbranding in de weg staat en dat een overschot aan calorieën door alcohol voor een gedeelte wordt opgeslagen als buikvet- vandaar de term ‘bierbuik’ (12). Onderzoeken hebben hoge alcoholconsumptie in verband gebracht met gewichtstoename rond de middel. Een onderzoek ondervond dat mannen die dagelijks meer dan drie glazen alcohol dronken 80 procent meer kans hadden op te veel buikvet dan mannen die minder alcohol dronken (13, 14). De hoeveelheid geconsumeerde alcohol binnen 24 uur lijkt ook een rol te spelen. Bij een ander onderzoek hadden drinkers die dagelijks minder dan een glas dronken minder buikvet dan degenen die minder frequent dronken, maar op de ‘drinkdagen’ vier of meer glazen namen (15).
Kortom: Zwaar alcoholgebruik verhoogt het risico op verschillende ziektes en is gerelateerd aan te veel buikvet.
3. Transvetten
Transvetten zijn de ongezondste vetten op aarde. Ze worden geproduceerd door het hydrogeneren van onverzadigde vetten om ze stabiel te maken. Transvetten worden vaak gebruikt om de houdbaarheid van verpakte voeding te verlengen, zoals deegwaren, gebak(mixen) en crackers. Transvetten worden in verband gebracht met ontsteking. Dit kan leiden tot insulineresistentie, hartziekte en andere ziekten (16, 17, 18, 19). Er is ook een aantal dieronderzoeken die uitwijzen dat voedingspatronen met transvetten te veel buikvet kunnen veroorzaken (20, 21). Na afloop van een zesweeks onderzoek waren apen op een dieet dat voor 8 procent uit transvet bestond aangekomen en hadden 33 procent meer buikvet dan apen die 8 procent enkelvoudig onverzadigde vetzuren aten. Beide groepen kregen net voldoende calorieën binnen om op gewicht te blijven (21).
Kortom: Transvetten verhogen ontsteking en kunnen leiden tot insulineresistentie en de ophoping van buikvet.
4. Te weinig beweging
Een inactieve leefstijl is een van de grootste risicofactoren voor een slechte gezondheid (22). De afgelopen decennia zijn de mensen in het algemeen minder actief geworden. Dit heeft waarschijnlijk een grote rol gespeeld in het toenemend aantal gevallen van obesitas, waaronder abdominale obesitas. Een groot onderzoek tussen de jaren 1988 en 2010 in de VS ondervond dat er een duidelijke daling is in de hoeveelheid beweging en een stijging van het gewicht en de buikomtrek van mannen en vrouwen (23). Een ander observatieonderzoek vergeleek vrouwen die dagelijks meer dan drie uur tv keken met degenen die minder dan een uur per dag keken. De groep die meer tv keek had bijna twee keer meer kans op ernstige abdominale obesitas vergeleken met de groep die minder tv keek (24). Een onderzoek toont ook aan dat een inactieve leefstijl bijdraagt aan de terugkeer van buikvet na het afvallen. In dit onderzoek rapporteren onderzoekers dat mensen die aan krachttraining of aerobics deden gedurende een jaar na het afvallen de terugkeer van buikvet konden voorkomen, terwijl degenen die niet bewogen 25 tot 38 procent meer buikvet kregen (25).
Kortom: Een inactieve leefstijl kan de toename van buikvet in de hand werken. Krachttraining en aerobics kunnen de terugkeer van buikvet voorkomen na het afvallen.
5. Eiwitarm dieet
Het binnenkrijgen van voldoende eiwitten is een van de belangrijkste factoren om gewichtstoename te voorkomen. Eiwitrijke voedingspatronen zorgen voor verzadiging, versnellen de spijsvertering en kunnen tot een lagere calorie inname leiden (26, 27). Een lage eiwitinname kan daarentegen buikvet veroorzaken op de lange termijn. Meerdere grote onderzoeken hebben aangetoond dat mensen die de meeste eiwitten namen minder overmatig buikvet hadden (28, 29, 30). Daarbij wezen dieronderzoeken uit dat het hormoon neuropeptide Y (NPY) tot meer eetlust en buikvet leidt. De waarden van dit hormoon verhogen wanneer de eiwitinname laag is (31, 32, 33).
Kortom: Een lage eiwitinname kan leiden tot hongergevoel en de toename van buikvet. Het kan ook het hongerhormoon NPY verhogen.
6. Overgang
Tijdens de overgang komt heel vaak voor dat het buikvet toeneemt. Tijdens de puberteit geeft het hormoon oestrogeen een signaal af aan het lichaam om vet op te slaan rond de heupen en dijen ter voorbereiding op een eventuele zwangerschap. Dit onderhuidse vet is niet gevaarlijk, maar het kan in sommige gevallen wel erg lastig zijn om vanaf te komen (34). De menopauze vindt officieel een jaar nadat een vrouw haar laatste ongesteldheid heeft gehad plaats. Rond deze periode dalen de oestrogeenwaarden drastisch, waardoor vet wordt opgeslagen rond de buik, in plaats van bij de heupen en dijen (35, 36). Sommige vrouwen hebben hier meer last van dan andere. Dit kan genetisch bepaald zijn, of te maken hebben met de leeftijd waarop de overgang begint. Een onderzoek wees uit dat vrouwen die op vroegere leeftijd de overgang hebben doorstaan minder buikvet krijgen (37).
Kortom: Hormonale veranderingen tijdens de overgang zorgen ervoor dat vet wordt opgeslagen als visceraal vet in de buik in plaats van bij de heupen en dijen.
7. Verkeerde darmbacteriën
Honderden verschillende soorten bacteriën leven in de darmen, voornamelijk in de dikke darm. Sommige hiervan zijn gunstig voor de gezondheid, andere zijn schadelijk. De bacteriën in de darmen staan ook bekend als de darmflora of microbioom. Gezonde darmen zijn belangrijk om een goede weerstand te behouden en ziekte te voorkomen. Een disbalans van darmbacteriën verhoogt het risico op het ontwikkelen van type 2 diabetes, hartziekte, kanker en andere ziekten (38). Daarbij is er bewijs dat aantoont dat een disbalans van de darmbacteriën kan leiden tot gewichtstoename, ook rond de buik. Onderzoekers hebben ondervonden dat obese mensen meer Firmicutus bacteriën hebben dan mensen met een normaal gewicht. Ook is aangetoond dat dit type bacterie het aantal calorieën dat wordt opgenomen uit voeding verhoogt (39, 40). Een dieronderzoek ondervond dat bacterievrije muizen aanzienlijk meer aankwamen door fecale transplantaties van bacteriën die in verband worden gebracht met obesitas, vergeleken met muizen die bacteriën kregen die worden gerelateerd aan slankheid (40). Onderzoeken onder slanke en obese tweelingen en hun moeders hebben bevestigd dat bepaalde darmflora’s invloed hebben op gewichtstoename en de plek waar het wordt opgeslagen (41).
Kortom: Een disbalans van de darmflora kan gewichtstoename veroorzaken, waaronder de toename van buikvet.
8. Fruitsap
Fruitsap is een suikerrijke drank met een onterecht gezond imago. Zelfs ongezoete sap van 100 procent fruit bevat veel suiker. 250 ml appelsap en cola bevatten beide 24 gram suiker. Dezelfde hoeveelheid druivensap bevat maar liefst 32 gram suiker (42, 43, 44). Hoewel fruitsap wel vitaminen en mineralen levert, kan de fructose evengoed insulineresistentie en buikvet in de hand werken. Daarbij is het wederom een bron van vloeibare calorieën waar je makkelijk te veel van binnen kan krijgen, maar wat niet zo goed verzadigt als vast voedsel (8, 9).
Kortom: Fruitsap is een suikerrijke drank die insulineresistentie en buikvet kan veroorzaken als je er te veel van drinkt.
9. Stress en cortisol
Cortisol is een essentieel hormoon voor de overleving. Het wordt geproduceerd door de bijnieren en staat bekend als het ‘stresshormoon’, omdat het je lichaam helpt met de reactie op stress. Helaas kan het bijdragen aan gewichtstoename, met name rond de buik, wanneer het overmatig wordt geproduceerd. Bij veel mensen leidt stress tot overeten. In plaats van dat het vet verspreid wordt in het lichaam, zorgt cortisol ervoor dat het in de buik wordt opgeslagen (46, 47). Opmerkelijk is dat vrouwen die een bredere taille hebben in vergelijking met hun heupen meer cortisol aanmaken in periodes van stress (48).
Kortom: Het hormoon cortisol, dat wordt afgescheiden in reactie op stress, kan leiden tot meer buikvet. Dit is met name het geval bij vrouwen met een bredere taille.
10. Vezelarm dieet
Vezels zijn ontzettend belangrijk voor een goede gezondheid en een goed gewicht. Sommige soorten vezels hebben een verzadigend effect, stabiliseren de hongerhormonen en verminderen de calorieopname uit voeding (49,50). Bij een observatieonderzoek onder 1114 mannen en vrouwen was de oplosbare vezelinname gerelateerd aan minder buikvet. Voor elke 10 gram oplosbare vezels was er 3.7 procent minder ophoping van buikvet (51). Voedingspatronen die veel bewerkte koolhydraten bevatten blijken het tegenovergestelde effect te hebben op de eetlust en het gewicht. Hierdoor kan dus meer buikvet ontstaan (52, 53, 54). Een groot onderzoek toonde aan dat vezelrijke volle granen in verband werden gebracht met minder buikvet, terwijl bewerkte granen het buikvet leken te verhogen (54).
Kortom: Een voedingspatroon dat arm is in vezels maar veel bewerkte koolhydraten bevat kan leiden tot meer buikvet.
11. Erfelijke factoren
Genen spelen een grote rol in het risico op obesitas (55). Ook blijkt dat de opslag van vet rond de buik gedeeltelijk beïnvloed is door genen (56, 57, 58). Hieronder valt het gen voor de receptor die cortisol reguleert en het gen dat codeert voor de leptinereceptor, die de calorie inname en het gewicht reguleert (58). In 2014 hebben onderzoekers drie nieuwe genen geïdentificeerd die in verband zijn gebracht met een bredere taille ten opzichte van de heup en abdominale obesitas. Twee hiervan zijn alleen in vrouwen gevonden (59). Er is echter veel meer onderzoek vereist binnen dit gebied.
Kortom: Genen blijken een grote rol te spelen bij een brede taille en de opslag van een overschot aan calorieën in buikvet.
12. Onvoldoende slaap
Voldoende slaap is cruciaal voor je gezondheid. Veel onderzoeken hebben een slechte nachtrust in verband gebracht met gewichtstoename, waaronder de toename van buikvet (60, 61, 62). Een groot onderzoek volgde 68.000 vrouwen gedurende zestien jaar. Degenen die vijf uur of minder sliepen hadden 32 procent meer kans om 15 kilo aan te komen dan degenen die ten minste zeven uur sliepen (63). Slaapproblemen kunnen ook leiden tot gewichtstoename. Een van de meest voorkomende slaapproblemen, apneu, is een aandoening waarbij de ademhaling herhaaldelijk stopt door zacht weefsel in de keel, waardoor de luchtwegen geblokkeerd raken. Bij een onderzoek werd aangetoond dat obese mannen met apneu meer buikvet hadden dan mannen zonder deze aandoening (64).
Kortom: Een korte of kwalitatief slechte nachtrust kan leiden tot gewichtstoename, waaronder de toename van buikvet.
Tot slot
Veel verschillende factoren kunnen buikvet veroorzaken. Er is een aantal dingen waaraan je weinig kunt doen, zoals je genen en hormonale veranderingen tijdens de overgang. Maar er zijn veel factoren waar je wel iets aan kunt doen. Het maken van de juiste keuzes in wat je wel en niet moet eten, voldoende beweging en de manier waarop je omgaat met stress zijn allemaal dingen die je kunnen helpen buikvet te verliezen (met toestemming vertaald).