Uit een recent archiefonderzoek is gebleken dat de suikerindustrie in de jaren zestig wetenschappers heeft betaald om vet in een slecht daglicht te zetten. Dit om de negatieve invloed van suiker op hartziekte te verhullen. Volgens het onderzoek heeft de ‘sugar association’ een fiks bedrag betaald aan drie professoren van Harvard om een onderzoek te publiceren dat de negatieve invloed van suiker op hartziekte zou weerleggen. Het bedrag staat vandaag de dag gelijk aan meer dan 48.000 dollar. Daarbij prefereerde deze sugar association dat wetenschappers en beleidsmakers de negatieve rol van vet op het cholesterol belichtten.
Hoewel het misschien oud nieuws lijkt, is het een relevant onderwerp omdat er nog steeds discussies bestaan omtrent suikers en vetten. Al sinds de jaren zestig worden zowel suiker als verzadigd vet gezien als risicofactoren voor de gezondheid. Maar de afgelopen decennia is door wetenschappers en voedingsrichtlijnen vooral gefocust om de inname van verzadigd vet te beperken in strijd tegen hartziekte. Suiker kon wel met mate worden genomen. Met mate, omdat het tandbederf in de hand kon werken. Aan de invloed van suiker op hartziekte werd nauwelijks aandacht besteed. De laatste jaren krijgen we echter steeds meer te horen dat niet vet, maar juist een teveel aan suikers gezondheidsrisico’s met zich meebrengt. En we horen steeds vaker dat de vetten in bijvoorbeeld roomboter juist goed zijn. Zijn we al die jaren om de tuin geleid?
Nog een reden van de relevantie van dit ‘oude nieuws’ is dat vandaag de dag nog steeds onderzoeken worden gemanipuleerd en naar de hand van bedrijven gezet. Zo ontving The New York Times vorig jaar e-mails waaruit bleek dat zij onderzoekers sponsorden om onderzoeken uit te brengen die concludeerden dat frisdrank nauwelijks effect heeft op obesitas. Nog recenter zijn er e-mails gevonden waaruit bleek dat een snoepvereniging onderzoeken initieerde en beïnvloedde om aan te tonen dat kinderen die snoep aten een gezonder gewicht hadden dan kinderen die geen snoep aten. Het aantal van dit soort gesponsorde onderzoeken is tegenwoordig bijna niet meer bij te houden. Deze bedrijven ondermijnen het publieke vertrouwen in de voedingswetenschap en brengen mensen in verwarring over wat nu wel en niet gezond is. Daarbij worden voedingsrichtlijnen opgesteld die niet in het belang van de publieke gezondheid staan.
Hopelijk zijn deze vijftig jaar oude koeien niet voor niets uit de sloot gehaald. Het is beleidsmakers aan te raden om de door de industrie gesponsorde onderzoeken met argwaan te bekijken. Laat het tevens een oproep zijn aan onder meer onderzoekers en journalisten om alert te zijn voor dit soort praktijken en consumenten te informeren met de waarheid. Op deze manier kan publieke bewustwording worden gecreëerd en kunnen mensen hun eigen keuzes maken (Bron).