Mensen worden dikker en zieker dan ooit tevoren. De obesitascijfers zijn verdrievoudigd sinds 1980 en vooral bij kinderen is het heel snel gegaan. De reden waarom dit is gebeurd is nog onderwerp van discussie onder wetenschappers, maar het moet te maken hebben met veranderingen in de leefomgeving, want onze genen veranderen niet zo snel.
Dit artikel bevat grafieken met historische trends en resultaten uit onderzoeken naar zwaarlijvigheid. De grafieken laten een aantal belangrijke oorzaken zien van de enorme toename van het obesitasprobleem.
Hier volgen de 12 grafieken die laten zien waarom mensen dik worden.
- Mensen eten meer junkfood dan ooit
Mensen eten meer calorieën dan vroeger…. maar zo ongeveer de hele toename komt voor rekening van bewerkte voedingsmiddelen.
In de grafiek hierboven zie je hoe de Amerikanen hun eetgewoontes hebben veranderd over de afgelopen 120 tot 130 jaar. Aan het begin van de 20ste eeuw at men vooral eenvoudige, zelfgekookte maaltijden. Rond 2009 was ongeveer de helft van wat men at fastfood of ander voedsel buitenshuis. Deze grafiek onderschat de echte verandering zelfs nog, want wat mensen tegenwoordig thuis eten is ook voornamelijk gebaseerd op bewerkte voeding.
- De suikerconsumptie is omhoog geschoten
Toegevoegde suiker is verreweg het slechtste ingrediënt in het moderne dieet. Talrijke studies tonen aan dat het eten van overmatige hoeveelheden toegevoegde suiker schadelijke effecten kan hebben op de stofwisseling, wat leidt tot insulineresistentie, toename van buikvet, hoog gehalte aan triglyceriden en klein, compact LDL-cholesterol, om maar eens wat te noemen (1, 2).
Er is ook een overvloed aan observationele studies die aantonen dat de mensen die de meeste suiker eten een veel groter risico lopen op diabetes 2, hartziektes en zelfs kanker (3, 4, 5).
Suiker is ook dikmakend, deels omdat het door de hersenen niet op dezelfde manier geregistreerd wordt als andere calorieën, wat ervoor zorgt dat we meer eten. Het heeft ook nadelige effecten op hormonen die in verband staan met zwaarlijvigheid (6, 7, 8, 9).
Het is dan ook niet verwonderlijk dat onderzoek aantoont dat de mensen die de meeste suiker eten een hoger risico hebben op toekomstige gewichtstoename en zwaarlijvigheid (10).
- Tijdens vakanties komen er heel wat kilo’s bij en die raak je nooit meer kwijt
De meeste mensen komen niet in één dag kilo’s aan….dat gebeurt langzaam, verspreid over jaren en decennia. Maar de snelheid is wel ongelijk over het jaar verdeeld. Er is een dramatische piek tijdens vakanties, een tijd waarin mensen de neiging hebben om allerlei heerlijke vakantievoeding naar binnen te proppen en veel meer te eten dan hun lichaam nodig heeft.
Het probleem is dat men soms niet al het gewicht weer kwijtraakt. Je komt misschien een kilo aan, maar raakt er maar de helft van kwijt na de vakantie, wat op den duur leidt tot een langzame maar zekere gewichtstoename (11).
Een behoorlijk percentage van de gewichtstoename gedurende het leven kan worden verklaard uit alleen al de vakantieperiode van 6 weken.
- De obesitasepidemie begon toen de richtlijnen voor vetarm eten werden gepubliceerd
In de 20ste eeuw was er een welig tierende epidemie van hart- en vaatziektes in de VS. Een heleboel wetenschappers geloofden dat vet, vooral verzadigd vet, de belangrijkste oorzaak in het voedingspatroon was voor hart- en vaatziektes (hoewel dit inmiddels is weerlegd). Dit leidde tot de geboorte van het vetarme dieet, met als doel het verzadigde vet te beperken. Interessant genoeg begon de obesitasepidemie bijna precies op het moment dat de vetarme richtlijnen voor het eerst uitkwamen. Natuurlijk bewijst dit nog niets, want een samenhang is niet gelijk aan een oorzakelijk verband. Maar het lijkt wel waarschijnlijk dat de nadruk leggen op verzadigd vet – terwijl bewerkte vetarme producten met een hoog suikergehalte alle ruimte kregen – kan hebben bijgedragen aan ongunstige veranderingen in het eetpatroon van mensen. Uit zeer grote lange termijn onderzoeken blijkt dat het vetarme dieet GEEN gewichtsverlies veroorzaakt en dat het hart- en vaatziektes of kanker niet voorkomt (12, 13, 14, 15).
- Eten is goedkoper dan ooit
Eén factor die zeer waarschijnlijk heeft bijgedragen aan de consumptietoename is de lagere voedselprijs. Uit de grafiek hierboven blijkt dat de voedselprijzen over de afgelopen 80 jaar zijn gedaald van 25% naar ongeveer 10% van het besteedbare inkomen. Dit lijkt een goede ontwikkeling, maar vergeet niet dat echt voedsel niet goedkoop is… het gaat om bewerkt voedsel.
Echt voedsel is zelfs zo duur dat veel mensen het zich niet kunnen veroorloven. In veel arme buurten kun je niet eens iets anders dan junkfood krijgen, wat vaak nog gesubsidieerd wordt door de regering ook.
Hoe moeten arme mensen ooit een kans krijgen als het enige eten dat ze kunnen betalen (en wat ze aangeboden wordt) zwaar bewerkt junkfood is, met veel suiker, geraffineerde granen en toegevoegde oliën?
- Er worden meer suikerhoudende frisdranken en vruchtendranken gedronken
Het brein is het belangrijkste orgaan dat belast is met het reguleren van onze energiebalans…. het zorgt ervoor dat we niet verhongeren en dat we geen overtollig vet ophopen.
Nou blijkt dat het brein vloeibare suikercalorieën niet op dezelfde manier ‘registreert’ als vaste calorieën (16). Dus als je een aantal calorieën uit een suikerhoudende drank binnen krijgt, zorgen je hersenen er niet automatisch voor dat je minder calorieën uit iets anders haalt ter compensatie (17). Daarom worden vloeibare suikercalorieën meestal toegevoegd bovenop de dagelijkse calorie-inname.
Jammer genoeg geldt voor de meeste vruchtendranken hetzelfde, ze bevatten soortgelijke hoeveelheden suiker als frisdrank (18).
Uit onderzoek blijkt dat één enkel dagelijks glas suikerhoudende drank samenhangt met een toename van 60.1% op het risico van obesitas bij kinderen (19).
Suiker is slecht….maar suiker in vloeibare vorm is nog slechter.
- De toegenomen voedselvariëteit draagt bij aan overeten en gewichtstoename
Een van de factoren die bijdragen aan overeten is de voedselvariëteit. De grafiek hierboven toont een studie waarbij ratten in 3 groepen werden gesplitst. Een groep kreeg regulier gezond voer, de tweede kreeg een soort junkfood, maar de derde kreeg verschillende soorten junkfood tegelijkertijd (20).
Zoals je ziet, kwamen de ratten die één soort junkfood aten meer aan dan degene die rattenvoer kregen, maar de ratten die meerdere soorten junkfood tegelijk kregen kwamen het allermeest aan, veel meer dan de andere groepen. Er is enig bewijs dat dit ook voor mensen opgaat. Als er meer soorten voedsel beschikbaar zijn, eten we meer….en soms meer dan ons lichaam nodig heeft (21).
- Er worden niet zoveel calorieën verbrand tijdens het werk
Veel mensen zeggen dat zwaarlijvigheid de schuld is van de verminderde lichaamsbeweging – dat we gewoon minder calorieën verbranden dan vroeger. Hoewel lichaamsbeweging (sport) in de vrije tijd is toegenomen, is het ook waar dat men tegenwoordig banen heeft die minder fysieke inspanning vergen.
De grafiek hierboven laat zien hoe mensen nu ongeveer 100 calorieën minder per dag verbranden tijdens het werk, wat op den duur een bijdrage zou kunnen leveren aan gewichtstoename.
De vetten die we eten zijn de afgelopen 100 jaar enorm veranderd. Aan het begin van de 20e eeuw aten we vooral natuurlijke vetten zoals boter en reuzel…maar toen werden die vervangen door margarine en plantaardige oliën.
De meeste mensen bakken geen volwaardig voedsel in plantaardige olie, ze krijgen het binnen uit bewerkt voedsel. Door deze olie toe te voegen aan voedingsmiddelen verhogen het gevoel van beloning en de calorische waarde, wat weer leidt tot overconsumptie.
10. Het sociale milieu kan de calorie-inname sterk beïnvloeden
Het sociale milieu is nog een factor die de calorie-inname bepaalt. Eten in een groep kan bijvoorbeeld het aantal geconsumeerde calorieën enorm laten toenemen. Volgen één studie kan het gezamenlijk met anderen eten de calorie-inname tot wel 72% laten toenemen, ofwel 310 calorieën in één enkele maaltijd (22). Er zijn ook onderzoeken die aantonen dat men in het weekend geneigd is meer te eten(23).
11. We slapen minder
Bron: Cauter EV, et al. The Impact of Sleep Deprivation on Hormones and Metabolism. Medscape, 2005.
Slaap wordt vaak over het hoofd gezien als het gaat om gewichtstoename en obesitas. Het is bekend dat slecht slapen negatieve effecten heeft op verschillende hormonen die gerelateerd zijn aan gewichtstoename en dat het kan bijdragen aan meer hongergevoel en onbedwingbare trek (cravings) (24, 25, 26).
Over de laatste decennia is de gemiddelde slaapduur afgenomen met 1 tot 2 uur per nacht. De redenen daarvoor zijn talrijk, maar de toegenomen kunstmatige verlichting en elektronica dragen daaraan waarschijnlijk bij.
Het blijkt dat een korte slaapduur één van de grootste individuele risicofactoren is voor obesitas. Het wordt in verband gebracht met een toename van het risico van 89% bij kinderen en 55% bij volwassenen (27).
12. Toegenomen calorie-inname
Er kan gediscussieerd worden over de oorzaken van obesitas…. of het nu suiker is, of koolhydraten, vet, of iets anders. Maar één onweerlegbaar feit is dat de calorie-inname dramatisch is toegenomen de afgelopen decennia (28, 29). Volgens onderzoek is deze toegenomen calorie-inname meer dan genoeg reden om de toename van zwaarlijvigheid te verklaren (30). (Met toestemming vertaald)