Kinderen met autisme lijken een onderscheidend en onderontwikkeld hoeveelheid en volume van darmbacteriën (microbioom) te hebben dat niet gerelateerd is aan hun dieet, suggereert een kleine studie die online gepubliceerd is in het tijdschrift Gut.
Ze hebben aanzienlijk minder bacteriën die verband houden met neurotransmitteractiviteit en 5 soorten bacteriën die normaal niet worden aangetroffen in de darmen van kinderen zonder de aandoening, wat een indicatie kan zijn dat er sprake is van een karakteristiek microbieel profiel bij autismen, wat de weg kan vrijmaken voor behandeling in een vroeg stadium, aldus de onderzoekers.
Afgezien van genetische factoren is gesuggereerd dat het microbioom in de darmen een rol kan spelen bij autismespectrumstoornissen. En het bewijs suggereert dat de verbinding tussen darmbacteriën en het centrale zenuwstelsel, de zogenoemde darm-hersenas, een diepgaand effect heeft op sociaal gedrag.
Het stellen van de diagnose autismespectrumstoornis kan moeilijk zijn, omdat er geen definitieve medische test bestaat en de diagnose gebaseerd is op de beoordeling van de arts.
De onderzoekers wilden daarom nagaan of 3 tot 6-jarigen met autisme een microbioom hebben dat aanzienlijk verschilt van dat van normaal ontwikkelende kinderen, wat gebruikt zou kunnen worden om een vroege behandeling te vergemakkelijken.
Zij vergeleken het bereik, het volume en de bijbehorende functies van bacteriën in de ontlastingmonsters van 128 Chinese kinderen, van wie 64 autismespectrumstoornis hadden en 64 niet. De factoren die het sterkst en onafhankelijkst geassocieerd waren met de samenstelling van het microbioom in de ontlastingmonsters waren leeftijd, autisme, en gewicht (BMI). Dieet was geen invloedrijke factor.
De ontlastingmonsters van kinderen met autisme vertoonden een grotere verscheidenheid aan microben dan die van kinderen zonder autisme die even oud en even zwaar waren. Clostridium, Dialister en Coprobacillus kwamen vaker voor bij kinderen met autisme, terwijl Faecalibacterium significant minder voorkwam.
Verschillende Clostridium-soorten die rijker aanwezig waren bij kinderen met autisme stonden in nauw contact met elkaar en vormden een verbonden groep. Clostridia-soorten zijn in verband gebracht met autisme via de productie van clostridiale toxinen die het centrale zenuwstelsel kunnen beschadigen, aldus de onderzoekers.
En de samenstelling van het darmmicrobioom bij kinderen met autisme verschilde aanzienlijk van die van kinderen zonder de aandoening. Belangrijk is dat bacteriën die geassocieerd worden met neurotransmitter activiteiten substantieel verlaagd waren bij kinderen met autisme.
Ongeveer 26 leeftijdsgebonden bacteriesoorten werden geïdentificeerd als cruciaal voor de gezonde ontwikkeling van het darmmicrobioom op deze leeftijd. Maar deze bacteriën waren afwezig bij kinderen met autisme, wat wijst op een abnormale ontwikkeling van het darmmicrobioom tijdens het vroege leven van deze kinderen, aldus de onderzoekers.
Dit is een kleine studie en het darmmicrobioom kan variëren naargelang de geografische regio. Niettemin schrijven de onderzoekers: “Onze studie toont voor het eerst aan dat de darmmicrobiota van kinderen met autisme abnormaal ontwikkeld is en achterblijft bij die van leeftijdsgenoten.
“Aangezien de ontwikkeling van microbiële gemeenschappen in het maag-darm kanaal tijdens de kindertijd een kritisch venster van menselijke groei en gezondheid vertegenwoordigt, kunnen verschuivingen in de darmmicrobiota tijdens de vroege ontwikkeling van het leven belangrijke functionele rollen hebben in de pathogenese van autismespectrumstoornis en rechtvaardigen dus uitgebreid onderzoek.”
De uiteindelijke conclusie van de onderzoekers is: Het darmmicrobioom van Chinese kinderen met autistme was veranderd in samenstelling, ecologisch netwerk en functionaliteit vergeleken met kinderen die een normale ontwikkeling ondergaan. We identificeerden nieuwe bacteriële markers voor de voorspelling van autisme en toonden een aanhoudende onderontwikkeling van de darmmicrobiota bij kinderen met autisme die achterbleef bij hun leeftijdsgenoten (bron).