Een Duitse studie bracht aan het licht dat de meeste veganisten voldoende vitamine B12 slikken, maar ondertussen jodium uit het oog verliezen. Veel veganisten blijken een tekort te hebben aan jodium. De onderzoekers zagen dat het plantaardige voedingspatroon ruim voorziet in vezels, vitamine E, vitamine K en foliumzuur. Dat bleek niet te gelden voor vitamine B2, vitamine B12, vitamine D, calcium en jodium. Suppleren kan dan uitkomst bieden. Bij zo’n 10% van de veganisten alsook de omnivoren werd een ijzertekort vastgesteld. Verder bleek uit de studie dat de cholesterolwaarden van de veganisten om door een ringetje te halen waren. Ook viel op dat suppletie in de meeste gevallen daadwerkelijk de bloedwaardes kan verbeteren. Andere onderzoeken hebben pas vastgesteld dat veganisten vaker te maken hebben met botbreuken. Een (gedeeltelijk) plantaardig dieet kan dus gezondheidsvoordelen hebben, maar dan is het wel zaak dat er grondig gekeken wordt naar de inname van voldoende micronutriënten. Een plantaardig voedingspatroon staat niet automatisch gelijk aan gezond en evenwichtig.
Originele samenvatting van het onderzoek
Achtergrond: In Duitsland neemt de publieke belangstelling voor een veganistisch dieet gestaag toe. Er zijn echter geen actuele gegevens over de macro- en micronutriëntenstatus van veganisten.
Methoden: In een transversale studie getiteld “De Risico’s en Voordelen van een Veganistisch Dieet” (RBVD), onderzochten wij de voedselinname, basis laboratoriumparameters, vitaminestatus, en sporenelementstatus van 36 veganisten en 36 personen op een omnivoor dieet. Elke groep bestond uit 18 mannen en 18 vrouwen van 30-60 jaar.
Resultaten: Bijna alle veganisten en een derde van de personen met een gemengd dieet hadden in de voorafgaande 4 weken supplementen geconsumeerd. Veganisten en niet-veganisten hadden een vergelijkbare energie-inname, maar verschilden in de inname van zowel macronutriënten (b.v. voedingsvezels) als micronutriënten (b.v. vitamine B12, B2, D, E, en K, alsmede foliumzuur, jodium, en ijzer). Er waren geen verschillen tussen de groepen in de biomarkers van vitamine B12, vitamine D, of ijzer status. De ferritinewaarden en bloedtellingen wezen op ijzertekort bij vier veganisten en drie niet-veganisten. Metingen in 24-uurs urinemonsters toonden een lagere calciumuitscheiding en een duidelijk lagere jodiumuitscheiding aan bij veganisten in vergelijking met niet-veganisten; bij een derde van de veganisten was de jodiumuitscheiding lager dan de WHO-drempelwaarde (<20 µg/L) voor ernstige jodiumdeficiëntie.
Conclusie: De vitamine B12-status was vergelijkbaar goed bij veganisten en niet-veganisten, hoewel de veganisten zeer weinig B12 via de voeding innamen. Dit kan te wijten zijn aan de hoge graad van supplementatie. De bevindingen wijzen op een noodzaak om ook te zorgen voor een adequate jodiuminname in de bevolking, vooral bij personen die een veganistisch dieet volgen (bron).
